-245- NOTULEN VAM HET BEHANDELDE IN DE OPENBARE VERGA DERING VAN DE RAAD DER GEMEENTE PRINSENBEEK, OP 4 MAART 1958. Aanwezig zijn de leden: J.van Baal, M.L.van Ros- meulen, J.Aarts, W.Baremans, J.C.Biemans, A.J. Dikmans, A.J.C.Hurks, J.Huijben, G.Smits, P.de Vooght en M.v.d.Westen. Voorzitter: P.J.A.Baetensburgemeester. Secretaris: H.A.Huijbrechts. 1. Opening, aanwijzing De VOORZITTER opent de vergadering om 10.05 uur voorstemmer en no- met gebed. tulen. Het lid J.AARTS wordt bij loting tot voorstemmer aangewezen. De notulen der vergadering dd. 1 februari 1958 worden aangevuld als volgt: blz.239, sub c: "Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten". Notulen der vergadering dd. 14 februari 1958: sub 3: dd. 18 oktober 1957 wordt gewijzigd in: "dd. 22 augustus 1957". Brandweer. Naar aanleiding van de inhoud der notulen dd. 1 februari 1958, aangaande de brandweer merkt het lid HURKS op, dat de betrokken vragen des tijds door zijn fractie waren gesteld, omdat hieromtrent bij de bevolking meningen naar voren kwamen. De Voorzitter gaf spreker toe, dat ten aanzien van de commandant der brandweer van sloom heid sprake kan zijn. Spreker had dan ook liever een zakelijk antwoord van de Voorzitter dan het rapport verwacht. De Voorzitter heeft hem steeds aangeraden moeilijkheden in de raad ter tafel te brengen. In dit betrokken geval werd een secretarie-ambtenaar ingeschakeld om een verweer- rapport op te stellen, niettegenstaande de Voor zitter hem te kennen gaf dat de vragenstellers gelijk hadden. De Voorzitter zegt hierop dat het rapport in opdracht van hem werd opgesteld. De mondelinge verklaringen van de commandant zijn hierin weer- gelegd. Spreker zegt zelf ook aldus gehandeld te zullen hebben. Het lid VAN DER WESTEN vraagt of het verweer dan niet juist is geweest. Het lid HURKS zegt naar aanleiding hiervan dat de vragen gesteld zijn op grond van bij het lid de Vooght ingediende klachten. Spreker betwij felt echter de waarde van het rapport omdat de Voorzitter hem mededeelde dat de commandant inderdaad sloom is te noemen. Het lid AARTS vraagt zich af, of hier misschien iets anders achter kan zitten. In de jongste Nieuwjaarsrede van de Voorzitter word.t toch met alle lof over het brandweercorps gesproken. Spreker laakt de manier waarop deze vragen zijn gesteld. Zij behoorden niet in de raad thuis, doch hadden tot het hoofd der brandweer, in dit geval tot de burgemeester gericht moeten zijn. De Voorzitter wijst er op, dat de brandweer uit vrijwilligers bestaat. De commandant maakt op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 245