-251-
Waterafvoer. Het lid VAN DER WESTEN merkt vervolgens op, dat
afvoerwater in de sloot langs de Mr.Bierensweg
ter plaatse niet door de riolering kan worden
afgevoerd, omdat deze laatste op te hoog peil
ligt.
Wethouder VAN ROSMEULEN zegt hiermede geen raad
te weten. Wij kunnen het water niet over een
berg afvoeren.
De VOORZITTER zegt dat, zodra ter plaatse meer
zal zijn gebouwd, het plaatsen van een pompin-
stallatie in overweging kan worden genomen.
Termijn over- Het lid VAN DER WESTEN merkt tenslotte op, dat
dracht verkochte in de betreffende akten tot verkoop der woning-
woningwetwo- wetwoningen de bepaling voorkomt, dat deze wonin
ningen. gen door de nieuwe eigenaars alleen met toestem
ming van Burgemeester en Wethouders kunnen worden
vervreemd. Aangezien derhalve geen termijn is
genoemd bestaat weinig rechtszekerheid.
De VOORZITTER zegt dat de raad destijds een
termijn stelde van 10 jaren. Spreker wijst in
dit verband ook op verlies der 10-jaarlijkse
bijdrage, welke termijn op het tijdstip van
overdracht is aangevangen.
Het lid VAN DER 'WESTEN zegt dat in de gemeente
Oosterhout bij verkoop binnen een termijn van
3 jaren de gemeente voorkeur tot terugkoop
behoudt.
De VOORZITTER zegt dat Burgemeester en Wethou
ders volgens de huidige bepaling beslissen of
tot verkoop mag worden overgegaan, dit om spe
culatie te voorkomen.
Het lid VAN DER WESTEN zegt van willekeur af
hankelijk te zijn, b.v. in het geval het College
van Burgemeester en Wethouders uit andere leden
zal bestaan. Bij de overdracht der woningen is
mondeling medegedeeld dat de verbodstermijn
10 jaar zou bedragen. Mondelinge mededelingen
hebben echter weinig waarde. In deze tijd van
woningnood bestaat er weinig gevaar voor specula
tie.
De VOORZITTER zegt dat Burgemeester en Wethouders
afhankelijk zijn van de raad. Bij weigering
tot medewerking kan steeds een beroep op de
raad worden gedaan. De Raad regelt de huishou
ding der gemeente. Spreker zou zich kunnen ver
enigen met een termijn van 10 jaren.
Het lid VAN DER WESTEN vraagt de betrokken kopers
dan schriftelijk mede te delen waar zij aan toe
zijn.
Tussen de VOORZITTER en het lid DlKMANS ontstaat
hierna een discussie over de te verwachten prijs
stijging of -daling van woningen.
Het lid pN DER WESTEN zegt het op prijs te
zullen stellen dat in deze een uitspraak wordt
gedaan opdat meer zekerheid wordt verkregen en
later moeilijkheden worden voorkomen.
De VOORZITTER zegt dat de kopers geweldig zullen
worden bevoordeeld. Hij ziet de bepaling dat
Burgemeester en 'Wethouders beslissen als een
sterke rem. In voorkomende gevallen zou toch
de raad kunnen worden ingeschakeld. De woningen