-235-
NOTULEN VAM" HET BEHANDELDE IN DE OPENBARE VERGA
DERING VAN DE RAAD DER GEMEENTE PRINSENBEEK
VAN 1 FEBRUARI 1958.
Aanwezig zijn de leden: Jvan Baal, J.C.Biemans,
J.Aarts, ïï.Baremans, A.Dikmans, A.J.C.Hurks,
J.Huijben, G.Smits, P.de Vooght, M.L.van Ros-
meulen en M.v.d.Westen.
Voorzitter:
Secretaris
P.J.A.Baetens.
H.A.Huijbrechts,
1. Opening en Niguwiaars-
rede door de Voorzitter.
De Voorzitter opent de vergadering te 17.4-0 uur
met gebed en vangt zijn nieuwjaarsrede aan met
de opmerking, dat de allesbeheersende factor
van het vorig jaar geweest is de bestedingsbe
perking. Evenals andere gemeenten in de lande,
heeft ook onze gemeente de nadelen van de door
gevoerde bestedingsbeperking zeer gevoeld. Van
wege het slechte geldverkeer, ook in het Bank
wezen, moesten vele plannen worden getorpedeerd.
Dat de bevolking van Prinsenbeek niettemin een
open oog had voor de financieringsmoeilijkheden
van de gemeente bleek wel uit de inschrijvingen
op korte en lage leningen. De bestedingsbeperking
heeft, zo vervolgt de voorzitter, nu wel zijn
hoogtepunt gehad, want het rentegamme heeft al
een daling te zien gegeven, hetgeen tot een ge
matigd optimisme reden heeft.
Beginnend met de geboortestatistiek merkt de
voorzitter op, dat het geboortecijfer de laatste
jaren angstwekkend omlaag gaat; er is een con
stante daling in het aantal geboorten waar te
nemen. Het aantal geboorten heeft over vorig
jaar bedragen 87, tegen 94- in 1956. Het aantal
overledenen bedroeg in 1956 29 en in 1957 25.
Onrustbarend vooral is het vertrekoverschot;
de zuigkracht van de gemeente Breda als industrie
stad heeft zich ook in onze gemeente ernstig
doen voelen. Het aantal ingekomen personen be
droeg over 1956 119 en over 1957 14-0 (deze toe
name is een gevolg van de ingebruikneming van
de Etna-woningen en kan daarom niet als maatstaf-
gevend worden aangemerkt), terwijl het aantal
afgevoerde personen respectievelijk 170 en 173
bedroeg.
Het aantal ingeschrevenen voor de militaire
d.ienstplicht tedroeg 50, waarvan er 15 onge
schikt verklaard werden. Dit is ruim 30%, het een
voor een gemeente als de onze een veel te hoog
percentage is. De in de jaren 194-8 en 194-9 in
het leven geroepen kringschoolartsendienst zal
hieraan nog heel wat kunnen veranderen. In 4-
gevallen werd vrijstelling wegens persoonlijke
onmisbaarheid gegeven, één geval werd afgewezen,
terwijl één vrijstelling wegens broederdienst
en zes gevallen van uitstel werden toegewezen.
In vier gevallen werd uitstel afgewezen.
Recapitulerend komt de voorzitter tot de slotsom,
dat het aantal aanvragen om uitstel en vrij
stelling toeneemt; alle gevallen worden zeer
nauwgezet bekeken en alleen in zeer dringende