-259-
NOTULEN VAN HET BEHANDELDE IN DE OPENBARE VERGA
DERING VAN DE RAAD DER GEMEENTE PRINSENBEEK
OP 16 JUNI 1958.
Aanwezig zijn'de leden: J.van Baal, J.Aarts,
W.Baremans, J.Biemans,A.DikmansA.Hurks, J.Huij- j
ben, M.van Rosmeulen, G.Smits, P.de Vooght en M.
v. d. '.Vesten,
Voorzitter: P.J.A. Baetens, burgemeester.
Secretaris: H.A. Huijbrechts.
DE VOORZITTER opendL.de vergadering om 13.30 met
gebed, en stelde achtereenvolgens aan de orde:
Een schrijven van de R.K.Tuinbouwvereniging
St.Isodorus te Prinsenbeek, gedagtekend 16 juni
1958, houdende verZoek de algemene politieveror
dening dezer gemeente aan te vullen in dier voege,!
dat een ophokfcebod voor duiven wordt opgenomen
voor de periode van maart tot en met juli.
In zijn toelichting op het advies van Burgemees
ter en wethouders weed de voorzitter er op, dat
in de periode van 15 maart tot 1 juni door dit
gevogelte de grootste schade aan tuinbouwgewas-
sen wordt toegebracht. Hoewel een ophokgebod een
ernstige aantasting van de eigendom betekent, kan
men toch moeilijk aan de indruk ontkomen, dat hier
het particulieren belang zal moeten wijken voor
het algemene belang.
Voorts zal, aldus DE VOORZITTER, een zodanig
gebod met het oog op het constateren van over
tredingen, voor de gehele gemeente moeten gelden.
De door de Tuinbouwvereniging voorgestelde peri
ode van 1 maart tot 1 augustus is wel wat erg
lang, naar ons oordeel, zo vervolgde de voorzitter]';
lijkt de termijn van 15 maart tot 1 juni alles
zins redelijk. Tenslotte dient een uitzondering
te worden gemaakt voor het wedstrijdvliegen
van duiven, echter uitgeschreven door een offi
ciële organisatie van duivenhouders.
Het lid HURKS voegde er aan toe, dat de schade
weliswaar de gehele gemeente betreft, maar dat
deze toch overwegend in de kom wordt geconsta- u
teerd. De schade wordt zijns inziens voornamelijk j
veroorzaakt door duiven, die niet aan wedstrij
den deelnemen en door zogenaamde wilde duiven.
Het lid VAN DER WESTEN vond een dergelijke veror
dening niet overtuigend en doeltreffend. Door
het invoeren van een zodanige verordening immers,
zou schade slechts ten dele kunnen worden voor
komen, want de meeste duiven komen van Leur en i
Breda. Wanneer daar dan geen uitvliegverbod zou
worden ingevoerd, is ook onze verordening zin
loos.
Het lid HURKS voerde hiertegen aan, dat één
gemeente toch de eerste zal moeten zijn, boven
dien zou een artikel in de St.Gertrudisklok,
waarbij op het belang van de tuinders gewezen
wordt, ook zijn nut kunnen hebben.