-2??-
y°orstel tot vaststelling van
een verordening tot heffing van
opcenten op de hoofdsom der per
sonele belasting over "1959/1960.
-• Voorstel tot het aangaan van kas-
geldl eningen ter voorziening in
de behoefte aan vlottende midde-
len.
-Oorstel tot het instellen van
commissies uit de Raad voor de
jjnanc.ien,voor het uitbreidings
plan, voor openbare werken en voor
cultuur-en "jeugdzaken»
Overigens word„t met de suggestie van Gedeputeerde
Staten ingestemd.
b. Koninklijke goedkeuring op de verordening op de
heffing van een straatbelasting.
Dit schrijven wordt voor kennisgeving aangenomen.
c. Schrijven van de Raad van Bestuur van de Instel
ling ter behartiging van de belangen van zwak
zinnigen in Breda en omgeving, houdende voorstel
tot opheffing der gemeenschappelijke regeling
B L.0.
DE VOORZITTER zegt, dat opheffing van de regeling
een niet onbeduidend financieel voordeel voor de
gemeente kan opleveren. Op basis van de gemeenschap
pelijke regeling betaalt onze gemeente relatief
een grotere bijdrage dan verderaf gelegen aangesloten
gemeenten.
Op een vraag van dhr.HURKS of door de opheffing de
medezeggenschap in het schoolbeleid verloren gaat,
deelt de VOORZITTER mede, dat het schoolbeleid onder
toezicht van de Rijksinspectie staat.
De heer JANSEN zou gaarne vernemen of onder de zwak
zinnigen, behalve het buitengewoon lager onderwijs
ook de werkelijk verpleegden vallen of dat het woord
zwakzinnig eng geinterpreteerd moet worden, zodat er
alleen zwak debielen onder vallen.
DE VOORZITTER antwoordt hem, dat hoofdbepalend is
de aanwijzing door de medicus; onder de hier gebruik
te term zwakzinnigen vallen echter alleen de zwak-
debielen.
Het is beter, zo zegt DE VOORZITTER, dat deze per
sonen thans op kosten van de gemeente in de gelegen
heid worden gesteld zich een volwaardige plaats te
verwerven in de maatschappij, dan dat later de ge
meenschap in hun gehele levensonderhoud moet voor
zien.
Besloten wordt accoord te gaan met vorengenoemd
voorstel
Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten.
De heer AARTS vraagt of het in verband met de goed
keuring door Gedeputeerde Staten niet eenvoudiger is
om de lening in 2 delen te splitsen.
DE VOORZITTER antwoordt, dat goedkeuring steeds
vereist doch, slechts een formaliteit is.
Op een desbetreffende vraag van de heer JANSEN,
deelt de VOORZITTER mede, dat de rentevoet momenteel
3% bedraagt.
Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten.
De heer AARTS is van mening, dat het van groot be
lang is, dat de juiste mensen op de juiste plaats
gekozen dienen te worden. Voorts acht hij het .aan
trekkelijker commissies van 4- personen in plaats
van 3 in te stellen en wel bij elke commissie een
deskundige uit het college van Burgemeester en
Wethouders.