-280-
Voorstel tot verlening van een
gemeentelijk subsidie aan het
R.X.Kerkbestuur te Prinsenbeek
voor de bouw van een nieuwe
kerk.
Het garanderen van geldleningen is ook mogelijk,
zij het onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten
maar bij de beoordeling dient nauwlettend te wor
den nagegaan hoe de verhouding van het inkomen
van de aspirant-bouwer is ten opzichte van de
rente en aflossing van de hypotheek.
Besloten wordt voor de particuliere woningbouw
benodigde gronden thans in principe aan de be
trokken 6 bouwers te verkopen tegen de prijs van
f.7,= per M2. (zie bladzijde 283)
Na een uitvoerige toelichting van DE VOORZITTER
merkt de heer HURKS op, dat er toch al een
principe-besluit tot subsidieverstrekking genomen
is.
De heer AARTS zegt er van overtuigd te zijn, dat
een nieuwe kerk absoluut nodig is, doch de gehele
gang van zaken is bij verschillende raadsleden
nog niet voldoende duidelijk. Hij zou er derhalve
prijs op stellen het voorstel aan te houden tot
de volgende vergadering, opdat men gelegenheid,
heeft zich nader te verdiepen o.a. in het schets-
plan.
De heer JANSEN zegt, dat de Raad thans nog geen
beslissing kan nemen, omdat van teveel facetten
de draagwijdte nog hiet kan worden overzien, onder
meer is van belang, dat de kerk het middelpunt
van de gemeente moet worden, dat het bedrag der
uitgaven verantwoord is en dat we voor het bedrag
der subsidie iets representatiefs voor de gemeente
krijgen.
DE VOORZITTER ziet weliswaar het bezwaar van de
Raad, maar wijst er tevens op, dat het subsidie
bedrag, dat circa f.122,500,= zal bedragen, ver
antwoord moet worden in de begroting 1959 en dat
ook de middelen moeten worden aangetrokken om die
post te dekken. Voorts zal de Pastoor zekerheid
moeten hebben omtrent de financiële medewerking
van de gemeente.
De heer AARTS zegt dat destijds aan het Kerkbestuur
medewerking is toegezegd.
bet is niet de bedoeling, zo vervolgt DE VOORZITTER
dat de Raad nu al tot het aangaan van een geldle
ning besluit, maar dat het College van Burgemeester
en ï/ethouders gemachtigd wordt aanbiedingen coor
een geldlening aan te trekken, waarover de Raad
zich in een volgende vergadering zal kunnen uit
spreken.
Vervolgens merkt de heer AARTS op, het niet geheel g
eens te zijn met het concept-raadsbesluit tot i
subsidieverstrekking. Het subsidiebedrag is name
lijk gesteld gelijk aan 20 van de werkelijke
kosten, verminderd met de baten uit hoofde van
de afbraak van de oude kerk. Maar met dit laatste
heeft de Raad niets te maken, zo besluit de heer
AARTS, het komt hem derhalve wenselijk voor deze
zinsnede uit het raadsbesluit te schrappen. 5
DE VOORZITTER merkt hiertegen op, dat bij een
gesprek met de Commissaris der Koningin deze
laatste gesproken heeft van de netto-kosten, het
geen inhoudt de kosten verminderd met de opbrengst
van de afbraak der oude kerk.