-534-
Huldigingsrede door de VOORZITTER.
DE VOORZITTER vangt zijn huldigingsrede aan met
de volgende woorden:
Zeer Geachte Jubilaris,
Het is mij thans een bijzondere vreugde om
IJ in deze plechtige openbare vergadering van
de Raad onzer gemeente te mogen welkom heten.
Deze vergadering is speciaal te Uwer ere belegd,
teneinde daarmede uiting te geven aan het alge--
meen respect van de Raad voor de zeer vele
werkzaamheden en activiteiten door U ontplooid
tijdens Uw 12jr jarig burgemeesterschap van
deze gemeente.
DE VOORZITTER memoreert in zijn rede de moeilijke
tijdsomstandigheden, waarin de Burgemeester juist
na de oorlog zijn ambt aanvaardde, waarbij hij de
zeer zware taak toebedeeld kreeg de gemeente Beek,
die een onderdeel geweest was van de voormalige
gemeente Princenhage, tot een krachtige en bloei
ende zelfstandige gemeente uit te doen groeien.
De gemeente Beek had dringend behoefte aan op
bouw als gevolg van de grote achterstand, in een
lange reeks van jaren ontstaan.
Bij de aanvaarding van zijn ambt op 1 mei 1947
£elde Beek 4105 inwoners; op 14 oktober 1959
telde de gemeente 4747 inwoners, welke cijfers
duiden op een gezonde uitgroei, te meer nog als
men in ogenschouw neemt, dat hier geen industrie
vestiging heeft plaats gevonden, die massa's men
sen aantrekt.
In deze periode heeft de Burgemeester gedemon
streerd zijn functie machtig te zijn. Als men
beziet, wat er onder zijn stuwende kracht is
bereikt, dan moet men zeggen, hij is een man van
klasse, met een helder verstand en een groot
inzicht in de stand van zaken. Deze zijn gaven,
die niet iedereen gegeven zijn, maar als men die
bezit en deze gebruikt ten beste, bezit men een
kracht, die niet te evenaren is. Dan herinnert
de VOORZITTER er aan, dat op het gebied van wegen
verharding en woningbouw dank zij de Burgemeester,
voortreffelijke resultaten bereikt zijn. Vooral
de woningbouw, als gevolg van een grote woningnood
heeft speciaal zijn aandacht gehad. Hij zegt vaak
in bewondering gestaan te hebben voor de wijze,
waarop de Burgemeester ook bij hogere instanties
steeds weer opnieuw gepoogd heeft het quantum
bouwvolume zo hoog mogelijk op te voeren. Ver
volgens schetst de Voorzitter de wijze, waarop de
Burgemeester op het gebied van Sociale Zaken en
Onderwijs zijn werkzaamheden tot ontplooiing
heeft gebracht. Vanzelfsprekend zijn er nog tal
van wensen, vooral op onderwijsgebied, maar het
is niet mogelijk om in alle opzichten aan deze
wensen te voldoen.
Dé grote verdienste van de Burgemeester is gelegen
in de wijze, waarop hij zich op bestuurlijk ni
veau van zijn taak gekweten heeft, temeer daar
met beperkte middelen een zo groot mogelijk