-338- hij iets mag doen, toegerust met macht in het belaig van de mensen, Pas het nageslacht kan oordelen of het ambt succesvol is geweest en of het betekenis heeft gehad. Ik hoop, dat de historie voor mij persoonlijk een gunstig oordeel zal uitspreken. Maar U zeg het, mijnheer de Voorzitter, dateer een bepaalde warmte en sympathie en een eensgezindheid onder de bevolking is opgekomen om een totaal huldeblijk aan te bieden. 11 De gift, door de bevolking ons gezin aangeboden, heeft mij diep getroffen. Ik ben U hiervoor zeer hartelijk dankbaar. De ZeerEerw.Heer Pastoor heeft mij zeer welwillende woorden toegezegd. Ik heb wel eens gewacht op een gelegenheid om U enkele woorden toe te spreken; die gelegenheid heb ik nog steeds niet gehad, en 11 daarom grijp ik gaarne mijn jubileum aan om U en- kele woorden toe te roepen. Dat ik hier sta en toch een grote mate van sym- pathie onder de bevolking mag voelen en ondervinden heb ik in grote mate aan U te danken. Ik weet ook met welke problemen gij worstelt. Ik beloof U echter wel, dat alles wat mij als persoon en als burgemeester in mijn vermogen ligt om U te steunen in Uw zware taak, dat ik dat niet alleen doe als Burgemeester, maar ook uit dankbaarheid als mens Dan richt de Burgemeester zich met woorden van dank tot de Edelachtbare Heer Burgemeester A.Crucb en de Edelachtbare Heer Burgemeester F.de Graauw, waarbij hij teruggrijpt op vroegere herinneringen, toen zij elkaar hebben leren kennen en samengewerkt. Tenslotte dankt hij voor de vele bloemstukken, die hij mocht ontvangen, alsook voor het cadeau van de H.V.^rontmij De Burgemeester eindigt dan met de woorden: Geachte ingezetenen hier aanwezig en alle andere genodigden, voor Uw aanwezigheid, voor Uw sympathie en voor alles, wat gij op deze dag voor mij hebt willen doen, zeg ik U uit de grond van mijn hart, mede namens mijn echtgenote, zeer hartelijk dank." De Voorzitter dankt de jubilaris voor zijn hartelijk wederwoord op datgene, wat aan hem gericht is op deze middag. Hij spreekt voorts zijn bijzondere dank uit voor de ZeerEerw.Heer Pastoor en de WelEerw.Heer Kap.Nooijens voor het beschikbaar stellen van de lokaliteiten, die onder hun beheer staan, alsook aan de Eerw.Zusters voor het beschikbaar stellen van een lokaliteit voor het doen plaats vinden van de receptie. Voorts dankt hij Mej.Fa.Aarts voor haar medewerking, zij heeft het gedicht gemaakt,dat de eerstgeborene in de ambtsperiode van de burgemeester voor Mevrouw Baeiaas opzegde. Eveneens richt hij woorden van dank tot de secretaris voor het vele werk, dat hij en zijn naaste medewerkers hebben verricht, om dit feest te organiseren. Tenslotte spreekt hij zijn erkentelijkheid uit voor de dames en heren collectanten, die de gehele gemeen te bezocht hebben om een bijdrage tot de vorming

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 338