-396-
dat bij de behandeling van deze subsidieaanvraag
in de vergadering van 28 juli 1960 abusievelijk
is uitgegaan van een verzoek tot verhoging van
het bestaande subsidie-bedrag van f.15,-- op
f.25,terwijl uit de brief van de gemeente
Breda van 17 augustus i960 blijkt, dat dit een
geheel nieuw verzoek betreft als bijdrage in de
kosten van huisvesting van deze school.Aangezien
de cursus zelf al met f.15,per leerling wordt
gesubsidieerd stelt de Raadscommissie Financiën-
aldus wethouder VAN DER WESTEN- voor ook dit
subsidie-bedrag te stellen op f.15,-- per leerling
Het lid AARTS stelt nog dat hij als lid Raads
commissie Financiën in zijn fractie over deze
aanvraag nadere uitleg heeft gegeven, waaruit een
voorstel van deze fractie is ontstaan de bijdrage
slechts voor één jaar toe te kennen, opdat telken-
jare deze zaak opnieuw in behandeling komt.
Het lid LOTSTRA noemt de aanvraag van f.25,
redelijk, gezien ae bijdragen, die voor andere
tuinbouwscholen gevraagd worden, en gezien ook
het feit, dat het onderwijs te Princenhage op zeer
hoog peil staat en tegelijk degelijk en practisch
is
Het lid HURKS meent dat van de plaats-gemeente
i.c.Breda een hogere bijdrage mag worden verwacht,
omdat deze uiteindelijk de school prefereert.Het
lid JANSEN vraagt of deze school reeds bestond
toen Beek en Princenhage één gemeente waren, het
geen door de Voorzitter wordt ontkend.
Wethouder VAN DER 'JESTEN zegt, dat hem niet
duidelijk is of de gemeente Breda thans voor het
eerst deze kosten gaat dragen,hetgeen voor het lid
Lotstra aanleiding is te stellen dat dit onderwijs
uiteraard brengt tot stijging der kosten.Dit on-
derwijs-aldus het lid LOTSTRA-wordt gewoonlijk
begonnen in een of ander patronaat,komt vrij
spoedig aan uitbreiding toe en gaat eerst later
over tot stichting van een schoolgebouw.Hij meent
te weten dat Breda ook thans een school gaat bou
wen. Het is hem ook bekend,dat Oudenbosch de
helft van dergelijke kosten voor eigen rekening
neemt.Het lid JANSEN vraagt of de nieuwe school
in Breda wordt gebouwd ter vervanging van de thans
besproken school wat door het lid Lotstra wordt
bevestigd.
Deze medeling ziet de VOORZITTER als een nieuw
gezichtspunt.
Wethouder VAN ROSMEULEN vraagt"af of thans niet
drievoudig betaald wordt voor dit onderwijsaller
eerst voor de leerplichtige leerlingen,vervolgens
voor de cursus als zodanig en ten slotte nog via
deze aanvraag voor het schoolgebouw,hetgeen de
Voorzitter bevestigt.
Het lid HURKS is van mening,dat ruggespraak
door de gemeente Breda toch wel gewenst zou zijn
geweest.
DE VOORZITTER deelt mede dat dit nooit is gebeu
het lid JANSEN stelt voor aan het verzoek van
f.25,-- te voldoen met de mededeling,dat het ver
zoek een volgende keer meer gedetailleerd behoort