-406- vanwege de uitnemende adviezen,weIke door de commissie worden uitgebracht. Nadat DE VOORZITTER zich heeft overtuigd van de algemene instemming zegt hij toe te voldoen aan het voorstel Jansen. 6.VOORSTEL TOT HERBENOEMING WEGENS PERIODIEK AFTREDEN VAN DE HEER H. WETÉRINGS TOT LID VAN MAATSCHAPPE- LIJKE ZORG PRINSENBEEK. DE VOORZITTER nodigt uit tot stemming en verzoekt de leden Baremans en Lotstra als stemopnemers te willen optreden. Met de opname der stemmen geeft het lid Bare mans de volgende uitslag: aantal stemmen: 10 waarvan 9 ten name van H.Weterings en 1 blanco-stem. 7.VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN: a. b. een verordening voor de kassier. een nieuwe instructie voor de gemeente ontvanger; wijziging van de regeling op de controle op de met geldelijk beheer belaste ambte naren. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform voorstel besloten. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE BEDRAGEN PER LEERLING VOOR 1961 OP GROND VAN ARTIKEL 101 DER LAGER- ONDERWIJSWET 1920. 9.VOORSTEL TOT VASTSTELLING DER VER GOEDING VAN DE VOOR VERGOEDING IN iAHNERKING KOPENDE UITGAVEN EN VAN DAT DER BIJZONDERE INKOMSTEN VOOR DE BIJZONDERE SCHOLEN VAN GEWOON EN VAN VOORTGEZET OEN' >0N LAGER ON DERWIJS OVER 1059. '3.1 'ORSTSL TOT VASTSTELLING VAR EEN VERORDENING OP DE HEFFING EN INVOR- G VAN REINIGINGSRE Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten,waardoor het bedrag per leerling voor de bijz0ndere lagere scholen voor 1961 is vastgesteld op f.40,-- en voor de scholen met voortgezet gevfoon lager onderwijs op f.72, Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. Het lid JANSEN merkt ten aanzien van dit voorstel op dat naar zijn mening destijds de Raad had besloten geen baatbelastingen meer te heffen.Het betrokken voorstel is weliswaar geen baatbelasting maar beoogt zijns inziens toch hetzelfde doel. Gezien de totaal-opbrengst van f.3.000,-- is spreker van mening, dat het hier gaat om het laatste wat er nog hij de ingezetenen te halen is. De motivering, dat Gedeputeerde Sta ten op invoering aandringen,is voor hem niet doorslaggevend.Spreker waarschuwt dat thans reinigingsrechten aan de orde zijn,later te volgen door rioolrechten,nadien weer rechten voor de straatverlichtingskosten en zo verder. Hij voelt er niets voor en stelt voor de ver ordening niet aan te nemen. DE VOORZITTER licht toe, dat gedurende drie achtereenvolgende jaren het verzoek van Gede puteerde Staten is en kon worden genegeerd,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 406