-412-
nomen. Bovendien zijn enige financiële conse- a
quenties bekend geworden voor de toekomst waar
door niet langer kon worden afgewacht.
DE VOORZITTER deelt mede te hebben vernomen,
dat de Raad der Gemeente Teteringen gisteren
tot uittreding heeft besloten, zodat deze ge
meente thans officieel zou kunnen worden bena-
derd voor een gemeenschappelijke ambtenaar.
Het lid AATRS concludeert, dat Teteringen
derhalve is uitgetreden zonder de zekerheid dat
deze samenwerking zal plaats vinden.
DE VOORZITTER antwoordt, dat thans nog de d
mogelijkheid bestaat binnen 1 jaar het besluit
te herroepen.
Het Lid HUYBEN informeert of het uittreden s
van andere gemeenten meer kosten zal gaan bren
gen voor de aangeslotenen.
De VOORZITTER deelt mede, dat het bouw- en
woningtoezicht is gesticht met het doel om door
gezamelijk optreden ook de financieel zwakkeren
te kunnen gerieven met bekwame ambtenaren. Door
de groei der gemeenten groeit de npodzaak te n
komen tot een eigen dienst, zodat Gemeenschappe-s
lijke Dienst tot liquidatie leidt. Thans zijn ei
nog +17 aangeslotenen van de oorspronkelijke
29 deelnemers.
Het lid HURKS memoreert, dat hij uittreding
al meer heeft voorgesteld en hoopt, dat het nu
zal doorgaan.
Wethouder VAN DER WESTEN vindt het typisch,
dat coördinaties verdwijnen en andere coördi
naties weer ontstaan.
De VOORZITTER verklaart dit door te stellen
dat de begroting van Bouwtoezicht voor i960
aangaf 8.600,voor 1961 9«400,en
trekt de conclusie, dat bij samenwerking met
een buurgemeente de dan aan te stellen ambte
naar voor Prinsenbeek minder zal kosten en meer
dagen beschikbaar zal zijn (thans 2 dagen per 'd
veek)
Hij doet mededeling van een op handen zijndei»
wijziging voor de Dienst Bouwtoezicht waardoor Le
bij uittreding een afkoopsom zal moeten worden
betaald van: in het 1e jaar 75$ der laatste
aansluitkosten.
in het 2e jaar 50$ hiervan en
in het 5© jaar 25$.
Bij de huidige regeling treden Gedeputeerde
Staten op bij de beslissing der kosten van uit
treding. De laatst bekende beslissingen van dit
College zijn naar zijn mening niet gelukkig ge
weest. Hiervan is men in beroep gegaan.
Spreker stelt de mogelijkheid, datt Prinsen
beek gebruik gaat maken van de op handen zijnde
wijziging.
Het lid JANSEN meent te hebben begrepen, dat
wij met het aanblijven het risico nemen steeds
voor hogere kosten te komen.
De VOORZITTER beaamt dit.
Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming
conform het voorstel besloten.