-414-
De VOORZITTER licht toe, dat behoort te wor
den voorzien in de door het overlijden van secre
taris Huijbrechts ontstane vacature van ambte
naar burgerlijke stand.
Hij memoreert reeds min of meer gedane toezeggin
gen welke het college thans wil nakomen door wij»
ziging van benoeming van de heer C. Aarts van
onbezoldigd ambtenaar in bezoldigd (2e) ambtenaai
van de burgerlijke stand.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform dit
voorstel besloten.
Vervolgens stelt de VOORZITTER de eigenlijke
vacature voorziening aan de orde met voor te
stellen als zodanig - zij het onbezoldigd - te
benoemen de huidige secretaris de heer P.P.A. v.
Hal.
Teneinde de wettelijke weg te bewandelen
noemt hij als tweede op de aanbeveling: Mej. J.
Karremans, klerk ter secretarie.
Spreker geeft gelegenheid tot stemmen waarbij
als stemopnemers worden aangewezen de leden
Biemans en Aarts.
Het lid Aarts deelt als uitslag mede:
aantal uitgebrachte stemmen: 10.
waarvan op de heer P. van Hal: 10.
d.Voorstel om het noordelijke deel van het uit
breidingsplan "Zuid" thans reeds in een onteige
ningsprocedure te betrekken.
De VOORZITTER noemt dit voorstel een urgente
vraag om tot een principe-besluit te komen. Daar
mede kan de uitbreiding worden bespoedigd.
Wethouder VAN DER WESTEN oppert het idee om
het gehele plan"ZUID" in deze onteigening te
betrekken.
Het lid JANSEN stelt, dat men daarmede in con
flict komt met het idee Hurks
Wethouder VAN DER WESTEN wil dit conflict
juist voorkomen met dit voorstel.
Het lid Hurks zegt dat thans met 2 eigenaars
kan worden afgehandeld. Hij zag liever, dat al
len in de onteigening werden betrokken, zodat
ook allen met hun toekomst rekening kunnen houder
Terwijl van hen, die zich elders wensen te vesti
gen, de gronden eerder zullen worden aangekocht.
De VOORZITTER is het met dit voorstel niet
eens aangezien de resterende gronden eerst over
10 jaren aan de orde komen.
Hij stelt voor de kleine bezitters eerst voor
aankoop te benaderen als zij in moeilijkheden
komen.
Het lid JANSEN is van oordeel dat dit nooit
voor elkaar komt. Bij druk enerzijds komt men
niet tot overeenstemming.
De VOORZITTER wijst op de praktijk in Breda
waar men ineens alles koopt.
Het lid JANSEN stelt, dat de boer bij mogelijt
heden om zijn bedrijf te verplaatsen een hoger
bod zal doen in verband met zijn verhuizing.
Hiermede zal de gemeente geen rekening willen
houden, zodat geen overeenkomst zal worden be
reikt.
Het lid HURKS deelt mede, dat hij vandaag nog te
weten is gekomen, dat er plannen zijn om in de