-2 3-
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het
voorstel van de Raadscommissie Financiën "be
sloten.
A.Voorstel tot beschikbaarstelling
van f.230.-- aan de Stichting "Breda
1961" in de kosten van het "Futurama
West-Brabant
3.Voorstel tot vaststelling van de
wettelijke vergoedingen voor het
Kleuteronderwijs voor 1Vbü en van
de voorschotten voor 1961.
6.Voorstel tot wijziging van de in
structie voor de gemeente-ont
vanger.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform
dit voorstel besloten.
Het lid JANSEN vraagt naar de beslissing van
Burgemeester en Wethouders op het verzoek van
de Stichting "Breda 1961" om een bijdrage in het
Bekroningsfonds.Naar hem bekend is, heeft het
College op dit verzoek nog niet geantwoord.
DE VOORZITTER antwoordt, dat Burgemeester
en Wethouders op dit verzoek afwijzend hebben
beschikt
Het lid Jansen stelt, dat het aanbeveling zou
verdienen om naast de bijdrage voor het Futu
rama ook de ideële gedachten van het Bekronings
fonds te ondersteunen door een bijdrage.
DE VOORZITTER zegt toe, dit nogmaals in de
vergadering van Burgemeester en Yfethouders ter
sprake te zullen brengen op grond van dit motief
Het lid HURKS stelt voor hieromtrent thans reeds
de Raad te laten beslissen.
Het lid JANSEN is het hiermede eens en stelt
voor Burgemeester en Wethouders te machtigen
voor een bijdrage van f.50,-- met daarbij de
vraag of de beslissing van dit College positief
kan zijn.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voor
stel JANSEN aangenomen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform
dit voorstel besloten.
Het lid HURKS vraagt naar de zin van dit
voorstel, aangezien voorheen de ontvanger toch
al verplicht was het overtollige giro-saldo bij
de Bank te storten.
DE VOORZITTER licht toe, dat deze wijziging
is gesuggereerd door Gedeputeerde Staten bij
de aanstelling van een kassier.Volgens de be
staande instructie moet de ontvanger, hetgeen
van het totaal aan kasgeld en girosaldo uitgaat
boven f.12.000,-- en voor zover dit hiet voor
onmiddellijk gebruik nodig is, storten bij de
Bank.Thans is voorgesteld het op de giro ge
storte bedrag, dat niet binnen 8 dagen nodig is
voor betaling, te storten bij de Bank.
Het lid JANSEN kan niet met dit voorstel
meegaan, omdat daardoor bij niet aanwijsbare
betalingen de ontvanger verplicht zou worden
het girosaldo steeds te verminderen tot f.5» 5
ofwel in de praktijk steeds in overtreding zou
zijn.
Hij zou een limiet bedrag genoemd willen zien,
dat op de giro blijft staan, om hiefmede te
voorkomen, dat steeds omzet-provisie in rekening
wordt gebracht door de Bank. L
Het lid LOTSTRA verneemt gaarne het oordeel van
de secretaris, waarmede de VOORZITTER accoord
gaat
■i