-26- winkeliers meer dan voldoende onderzoekt. DE VOORZITTER stelt voor eerst het advies te vragen aan de Kamer van Koophandel en Fabrieken. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van de VOORZITTER beslèten. DE VOORZITTER deelt mede, dat twee schrif- telijke vragen van het lid LOTSTRA zijn inge komen n.l. a). Zullen Burgemeester en Wethouders bij de verdeling van de gelden, die op de begroting zijn uitgetrokken voor de jeugdverenigingen, zich mede laten leiden door het advies, dat uitgebracht is door het z.g. verdelings comité? DE VOORZITTER zegt verbaasd te zijn over deze vraag, aangezien Burgemeester en Wet houders geen verantwoording aan de Raad schuldig zijn over het toekomstig beleid. Het lid LOTSTRA licht zijn vraag toe met de mededeling, dat hieromtrent de laatste twee jaren deining is ontstaan wegens door Burgemeester en Wethouders verzochte opga ven.Hij heeft hier een zekere ongerustheid geconstateerd. DE VOORZITTER is van mening,dat kritiek of ongerustheid zeker niet nodig is en dat het beter is hier momenteel niet dieper op in te gaan. b). Zijn Burgemeester en Wethouders bereid de mogelijkheden te onderzoeken om de organi satie van de Zomerkermis over te dragen aan particulieren? DE VOORZITTER zet uiteen, dat het idee van Zomerkermis destijds door particulieren is besproken en naar voren gebracht, en dat toen Burgemeester en Wethouders zijn ver zocht om als onpartijdige instantie de ver deling van de opbrengst te willen verzorgen. Het lid LOTSTRA is van mening, dat deze or ganisatie door Burgeftieester en Wethouders wordt beheerd, wat blijkt uit de brieven aan de verenigingen, ondertekend door dit Col lege. Hij meent dan ook dat deze gelden be horen te worden opgenomen in de gemeentebe groting en langs deze weg verdeeld. Het lid HURKS is van oordeel, dat he£--p^. lid LOTSTRA de voorgeschiedenis hiervan kent Hij doet hiervan mededeling en merkt op dat de organisaties tot stand is gekomen in over leg met de diverse verenigingsbesturen, en dat toen is besloten de personen,die deel uitmaakten van het College van Burgemeester en Wethouders, te verzoeken de verdeling op zich te willen nemen. Het lid LOTSTRA stelt daartegenover het feit,dat Burgemeester en 'Wethouders voor deze vermakelijkheid geen vrijstelling van belasting verlenen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1961 | | pagina 26