-88-
6. Voorstel tot voorlopige vaststel'
ling van een wijziging op het
ui tbre i dingsplan Zuid,
7, Voorstel tot wijziging van het
Algemeen Ambtenarenreglement,
u Voorstel tot vaststelling van het
bedrag der vergoeding en der voor
vergoeding in aanmerking komende
uitgaven glo. over 1961»
Voorstel tot intrekking van het
besluit om terugwerkende kracht
tot 1 september 1956 te verlenen
aan de uitkerings- en pensioen
verordening wethouders.
"'O* Voorstel tot het aangaan van kas
geldleningen voor het derde kwar
taal 1962.
Dit voorstel, aldus de VOORZITTER is noodza
kelijk geworden door de onthouding der goedkeu
ring door gedeputeerde Staten op het sportvelden
complex in plan Zuid.
Het lid AARTS
taan "Moleneind"
informeert, of dit plan voor
zal worden genoemd.
De VOORZITTER zegt dat dit plan thans niet
meer in het plan in hoofdzaken kan worden opge-
nomen en dat het een plan in onderdelen "plan
Moleneind" zal moeten blijven.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voor- i
stel aangenomen.
Het lid AARTS informeert of het hier een dub- l
bele uitkering betreft, zodat iemand op dezelfde
dag twere uitkeringen zal kunnen krijgen.
De VOORZITTER deelt mede, dat het inderdaad
een dubbele uitkering betreft. Het duidelijkst
spreekt b.v. het zilveren jubileum van de heer
Karremans, een dezer dagen gevierd.
Bij aanvaarding van het thans in discussie zijnde,
voorstel zal hem een tweede uitkering kunnen wor
den uitbetaald.. In vele gemeenten, aldus de voor
zitter, en ook bij de Provincie is dit al enkele
jaren gebruik.
Het lid JANSEN vraagt hoe burgemeester en wet
houders dit besluit straks zullen interpreteren,
omdat Prinsenbeek nog geen 25 jaren bestaat.
De VOORZITTER zegt dat diensttijd bij de voor
malige gemeente Princenhage zonder twijfel gal
worden aangemerkt als diensttijd in de gemeente
Prinsenbeek,
Het lid JANSEN zou dan gaarne een aanvulling
zien waarin deze interpretatie wordt vastgelegd.
Het lid LOTSTEA meent het voorstel van het
lid Jansen te moeten ontraden, omdat van hoger-
■hand dan wel eens deze aanvulling niet zou kun
nen worden geaccepteerd.
Het lid JANSEN is het hiermede eens.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens 5
het voorstel aangenomen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voor
stel aangenomen.
-t
b
De VOORZITTER zet uiteen, dat Gedeputeerde
Staten niet hebben toegestemd in het wijzigings-
besluit pensioenverordening wethouders, waarbij
aan het oorspronkelijke besluit terugwerkende
kracht is verleend tot 1956. Hij is van mening,
dat hierop niet verder moet worden aangedrongen.
Conform het voorstel wordt zonder hoofdelijke*
stemming het wijzigingsbesluit ingetrokken.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het
voorstel besloten.