-96- 10. Nota inzake raadhuisbouw te Prinsenbeek. Tijdens dit onderzoek wordt de vergadering geschorst. Na heropening van de vergadering verklaart het lid AARTS namens de commissie, dat de geloofs brieven allen in orde zijn bevonden en hij adviseert tot toelating van de gekozenen. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna tot toe lating van de elf benoemd verklaarde leden van de raad besloten. Ten aanzien van de plaatsbepaling van het nieuwe gemeentehuis brengt de VOORZITTER tevens aan de orde de vroeger gedane suggesties om de oude pastorie om te bouwen tot gemeentehuis. Hier over is ook contact opgenomen met de directeur van het registratuurbureau van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Deze directeur, die een en ander ter plaatse heeft onderzocht, is tot de bevinding gekomen, dat het nieuwe gemeentehuis een vloeroppervlakte van meer dan 750 m2 moet hebben De pastorie heeft echter maar een vloeroppervlak van 500 m2. Het lid AARTS merkt op, dat hij vroeger ook heeft voorgesteld om het gemeentehuis te vestigen in de pastorie, doch dit voorstel heeft hij uit sluitend gedaan om zo spoedig mogelijk overplaat sing van het gemeentehuis van Princenhage naar Prinsenbeek te verkrijgen. Met de nota over het bouwen van een nieuw gemeentehuis kan hij zich wel verenigen. De VOORZITTER zegt, als de pastorie voor gemeentehuis aangekocht zou worden, waardoor een snellere overplaatsing mogelijk zou zijn, dan zou de kans op de bouw van een nieuw gemeentehuis praktisch nihil worden. Nu Nieuw-Ginneken toe stemming heeft gekregen om een nieuw gemeente huis te bouwen, zal de toestemming voor Prinsen beek ook gemakkelijker verkregen worden. De ur gentie van een nieuw gemeentehuis in het dorp kan aangetoond worden door te wijzen op het noodzakelijke contact met Openbare Werken, Bouw en Woningtoezicht en de politie, welk contact thans door de afstand te wensen overlaat. Boven dien kan gewezen worden op de bouwvalligheid van het gemeentehuis, hetgeen blijkt uit de nood zaak om het woonhuis te stutten. Het lid LOTSTRA merkt op, dat het gemeente huis toch pas gerestaureerd is. De VOORZITTER zegt, dat van een restauratie niet gesproken kan worden, daar het gebouw inwendig wat opgeknapt is om de werksfeer te verbeteren. De oude toestand was niet meer verast- woord ten opzichte van het personeel. Het lid LOTSTRA zegt, dat de bouw van een nieuw gemeentehuis ook in vroegere jaren al aan de orde is geweest. Hij vraagt tevens wat de mening van Burgemeester en Wethouders van Breda hierover is. De VOORZITTER antwoordt, dat thans eerst definitief over de bouw gesproken kan worden nu het nieuwe gemeentehuis ingepast kan worden in het goedgekeurde Marktplan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 96