-118— Voorstel tot onbewoonbaarverklaring Dit voorstel is voor het lid. HURKS aan- van de panden Beeksestraat 11, leiding te verzoeken om er aanstonds voor te Markt 32 en 52a, Markt 18. 20 en 22 werken dat voor deze panden andere woningen worden toegewezen. De VOORZITTER deelt in dit verband mede, dat op de eerste plaats diverse bewoners van deze panden zelf zullen gaan bouwen, en dat j op de tweede plaats de bouwvolume 1962 voor ziet in 4 vervangende woningen. Het lid JANSEN vraagt of de gemeente reeds eigenaar is van deze onbewoonbaar te verklaren woningen. De VOORZITTER zegt, dat Beeksestraat 11, zichzelf zal oplossen, en dat er voor Markt 18 een overeenkomst is gesloten. Met aankoop van dit laatste wil het gemeentebestuur even i wachten, omdat anders de woning zal moeten worden verlaten, terwijl de bewoner momenteel nog geen vervangend pand ter beschikking heeft. Het lid JANSEN informeert verder of de consequentie van dit voorstel betekent, dat equivalente woningen zullen moeten worden aangeboden, en of onder dit voorstel ook alle krotwoningen zijn begrepen. i De VOORZITTER antwoordt hierop, dat ten eerste uit het bouwvolume 1962 vier vervangende woningen zullen worden bestemd voor deze krot opruiming en eenzelfde aantal uit het bouw volume 1963 is te verwachten, en ten tweede, dat in dit voorstel slechts de krotwoningen voor de sanering van de Markt zijn begrepen. Het lid HURKS verzoekt tenslotte te bevor deren dat de woningen Markt 32 en 32a ter sanering van de Markt zo spoedig mogelijk worden afgebroken. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel besloten. Voorstel tot het nemen van een De VOORZITTER licht dit voorstel nader toe i besluit, houdende een verzoek aan met mede te delen, dat de gemeente Breda de Provinciale staten van Noord- rioolwaterafvoerleiding heeft geprojecteerd Brabant om te komen tot oprich- en in uitvoering heeft; dat de betrokken ge- ting van een waterschap. meentebesturen echter zijn geschrokken van de financiële consequenties, vooral met de weten schap dat deze besturen in deze zaak weinig zeggingschap bleken te krijgen. In onderling overleg is tenslotte besloten het systeem van eenzelfde situatie voor de Dommel te volgen n.l. een zuiveringschap. Hierdoor betaalt het zuiveringschap de kosten aan de gemeente Breda en kan dit afwentelen op de ingelanden. In het andere geval (deelname van gemeenten) zouden de gemeenten moeten betalen aan de gemeente Breda en de kosten kunnen worden omgeslagen over de inwoners, die dan echter hierin geen stemrecht hebben. Het lid JANSEN vraagt wie er straks inge landen worden, de gemeenten of de aangesloten. De VOORZITTER antwoordt dat geen enkele gemeente, doch alleen de verbruikers ingelanden worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 118