-m- if. Voorstel tot vaststelling van de 10e wijziging der salarisverorde ning (aanpassingen per 1 januari 1965. Zonder hoofdelijke stemming worden deze stukken conform de voorstellen en conform het advies van de Raadscommissie Financiën voor kennisgeving aangenomen. Verder deelt de VOORZITTER mede dat hij wegens ziekte van de Burgemeester de leiding van de vergadering heeft. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 5. Voorstel tot benoeming van een lid in de plaatselijke commissie tot wering van schoolverzuim. 6. Schrijven van het gemeentebestuur Buurmalsen inzake verpleegkosten van geesteszieken. 7. Schrijven van het gemeentebestuur Finsterwolde inzake buitengewone uitkering uit het gemeentefonds. 8. Voorstel tot het uitvaardigen van een rijverbod voor het pad in het bejaardencentrum. Ten aanzien van dit voorstek stelt de VOORZITTER stemming aan de orde en benoemt tot stemopnemers de leden C.W.Biemans en P.Farla. Het lid AARTS vraagt naar aanleiding van deze benoeming het woord. Hij wijst op een der candidaten: de heer van Haperen. Het feit dat deze onderwijzer is en derhalve in de commissie tot wering van school verzuim zijn vak terugvindt, zijn voor hem fei ten om de leden van de Raad te adviseren hun stem uit te brengen op de heer van Haperen. Na stemming delen de stemopnemers mede dat 11 stemmen zijn uitgebracht, allen op naam van de heer A.van Haperen zodat de heer van Haperen is benoemd tot lid van de plaatselijke commissie tot wering van schoolverzuim. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten dit schrijven voor kennis geving aan te nemen. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten het schrijven voor kennis geving aan te nemen en wordt het advies van de Raadscommissie Financien overgenomen tot het toekennen van een maximale uitkering aan het gemeentepersoneel wegens werk in bijzondere om standigheid. Naar aanleiding van dit voorstel deelt het lid AARTS mede hieromtrent te hebben gesproken met de Postcommandant der Rijkspolitie. Uit dit gesprek heeft spreker geconcludeerd, dat ener zijds meer toezicht van de zijde der Rijkspoli tie in verband met de krappe personeelsbezetting niet is te verwachten, en dat anderzijds de noodzaak tot het uitvaardigen van een rijverbod min of meer overdreven is voorgesteld. Wel blij ken hier en daar beschadigingen te zijn aange bracht, doch of dit door auto's is veroorzaakt kan niet altijd worden bewezen. Hij wijst erop dat zowel de parkeerplaatsen in Gertrudisoord als de paden erg smal zijn, zodat men vaak zal moeten uitwijken, wat uiteraard beschadigingen tot gevolg zal hebben Spreker zou gaarne de gulden middenweg zien bewandeld door een gesprek met de Rijkspolitie tot stand te brengen, waaruit zal blijken welke maatregelen dienen te worden getroffen. Spreker denkt daarbij onder meer aan een parkeerverbod.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 144