-150-
Na verdere correspondentie is er uiteindelijk in
1962 een verzoek gekomen van de eigenaars der
gronden aan het Veldpad omdit pad te verbeteren.
Op de suggestie van Burgemeester en Wethouders,
schriftelijk gedaan in april 19^2 is echter nooit
geantwoord noch gereageerd.
dverkoop grond voor bouw nieuwe pastorie
De VOORZITTER deelt mede dat het verzoek tot
aankoop van grond voor de bouw van een pastorie
reeds eerder is gedaan. Hij memoreert het aanbod
door de Raad gedaan, voor aankoop van gemeentewege
van de oude pastorie, een aanbod waarin een datum
was genoemd.
Spreker zegt dat men het antwoord op dit
aanbod is schuldig gebleven en dat men meende, dat
hiermede de zaak niet was afgesloten. Spreker
vertelt verder, dat daarna het Kerkbestuur contact
heeft gehad met bepaalde personen, die toen bezig
waren met schetsplannen voor de Markt.
Uit deze en verdere besprekingen bleek een opper
vlakte van 720 m2 beschikbaar te zijn voor de
bouw van een pastorie. De prijs zal volgens de op
gestelde en ter goedkeuring ingezonden berekening
f 30»- per moeten bedragen.
Spreker stelt in het huidige stadium de be
spreking aan de orde over verkoop van deze 720m2
a 30,-. niet om onmiddellijk tot inzending
ter goedkeuring over te gaan, daar de goedkeuring
van de eerder genoemde kostenopzet dient te wor
den afgewacht, doch enkel als principe-besluit.
Het lid JANSEN concludeert hieruit dat het
dan een fixe-prijs betreft. Hij informeert verder
of het voorstel het aantal meters betreft, ofwel
de meterprijs ofwel beiden.
De VOORZITTER antwoordt, dat het aantal
meter globaal is, doch na inmeting definitief zal
zijn; dat met de grondprijs akkoord kan worden
gegaan, indien deze van hogerhand is goedgekeurd.
Het lid HURKS stelt, dat de prijs van 30,-
per m2 destijds gebonden was aan de koop van de
oude pastorie, doch dat dit bedoeld scheen te
zijn om er mede te handelen.
De VOORZITTER zegt dat dit niet met zeker
heid is te zeggen.
Bovendien herinnert hij er aan dat de prijs van
30,- reëel was, gezien de ingezonden kostprijs
berekening.
Het lid HURKS stelt hier tegenover, dat de
Raad steeds op de proef wordt gesteld, om te geven
wat in het belang van de Kerk is, doch dat er
nooit een tegenprestatie wordt geleverd.
Aldus moet men als Raadslid steeds maar jaknikken.
Hij heeft niets tegen de grondprijs doch hij zou
het willen zien gekoppeld met de grond achter de
oude pastorie, grond die voor de gemeente van
belang is in verband met de uitbreiding van open
bare werken.
De VOORZITTER zegt als zijn mening, dat er
straks toch op de een of andere manier op het
besproken perceel naast de nieuwe kerk gebouwd
zal worden. Het doet er weinig toe wie er zal
bouwen, het zal waarschijnlijk toch rond dezelfde
grondprijs draaien.
