-151-
Het lid BOOT meent, dat over terrein achter
Openbare Werken alsnog gesproken kan worden.
Hij is van mening dat het Kerkbestuur maar doet
wat het wil en dat het tijd wordt voor hen er
iets tegenover te stellen.
Het lid JANSEN zegt van mening te zijn, dat
juist is als er ergens aan de Markt grond voor
een pastorie beschikbaar komt. Hij herinnert
aan de grondruil voor de kerk, dat was uit gemeen-11,
telijk oogpunt zeer belangrijk. Met een volkomen
oog voor de noodzaak van een nieuw pastorie
vraagt hij zich af of er thans weer geen ruil
mogelijk is. Voor ons is zeer voornaam de grond
achter de oude pastorie alsmede het voorfront
van deze oude pastorie. Dit voorfront mag niet r
onbenut blijven of onverantwoord worden gewijzigd
bij een Marktplan als het huidige.
Spreker acht thans het moment gekomen om serieus
te overwegen wat er met deze dingen gebeurt, want
de gemeente heeft hierbij belang.
De VOORZITTER vraagt zich naar aanleiding
hiervan af of dit wel juist is. Er is immers een
verzoek om grondaankoop, waarom dan koppelen
aan de grond van de oude pastorie.
Het lid JANSEN antwoordt dat hij voorstander
is van ontkoppeling. Hij gaat akkoord met het t
aantal meters, doch niet met de meterprijs.
Dit is voor de VOORZITTER aanleiding te
stellen, dat er dan straks gemarchandeerd
zal worden met een door Gedeputeerde Staten goed
gekeurde prijs.
Het lid JANSEN acht het in dit verband be
langrijk dat met de Markt het hoogst mogelijke
effect wordt bereikt. Indien de kerk verdwijnt,
is de oude pastorie van enorm belang, afgezien
nog van de vraag, of afbraak van deze oude kerk
juist is. Wij hebben er als gemeente belang bij
te weten wat hiermee gaat gebeuren. Nimmer is er
een ja of neen, een acceptabel of niet acceptabel
vernomen. Hij stelt voor dat de gemeente met het
pastoraal belang aan een tafel gaat zitten om dit
te bespreken.
De VOORZITTER zegt te concluderen dat dit in
de sfeer van onderhandeling zal moeten gebeuren.
Hij vreest echter dat dit oorzaak zal worden
van verwarring en tegenstelling. Overigens be
schouwt hij dit als een opdracht aan Burgemeester
en Wethouders.
Het lid JANSEN zou graag het verzoek van het
Kerkbestuur zien opzijgeschoven, omdat er geen
haast bij is. jj
De VOORZITTER zegt dat er wel haast bij is.
Het lid JANSEN stelt dat het dan een besluit
op losse schroeven wordt. We zijn reeds tegemoet
gekomen in de grond, tegemoetgekomen in de funde-
ringskosten, tegemoetgekomen in de kosten der
torenuurwerkverlichting kortom tegemoetgekomen
in alles wat in de gemeentelijke sfeer ligt. Nu
hebben wij belang in de loop der dingen. Het ver
wondert hem, dat na het verstrijken van de datum
tot aanbod voor de oude pastorie er toch weer
opnieuw gelegenheid is gegeven hierover te praten. I
a