-161
Temeer omdat het architecten betreft, die te goeder
faam bekend staan, is het pijnlijk dat de keuze van
degenen, die moet afvallen, aan de Raad wordt
overgelaten.
Ten tweede heeft het hem bevreemd, dat eerst aan eec
aantal architecten is verzocht mede te delen of zij
bereid waren een opdracht te aanvaarden, en dat
daarna hen een verzoek bereikte om mede te delen,
welke werken zij tot stand hebben gebracht.
Spreker had allerminst verwacht, dat het architec
ten betrof, die om hun werken voldoende capabel
werden geacht voor deze uitnodiging. Hij meent dat
hen met het tweede verzoek een klap in het gezicht
is gegeven. Hij constateert hier een beleidsfout,
een volkomen onjuiste gedragslijn, waardoor de Raad
in een impasse is gebracht door de vraag of de Raad
een van hen wil desavoueren. Hij had het juister
gevonden als ofwel door burgemeester en wethouders
ook de 5e architect was geschrapt, ofwel alle namen
ter beoordeling waren voorgelegd.
De VOORZITTER antwoordt hierop door te stellen, dat
er sommige benoemingen plaatsvinden, waarbij de wet
zelfs een aanbeveling van twee personen voorschrijft
zoals bij benoeming van een gemeente-secretaris.
Hier moet ook een van de kandidaten worden wegge
stemd. Hij deelt verder mede, dat hij de architectai
persoonlijk heeft aangeschreven, waarbij hij
uitdrukkelijk iedere binding van hen met het gemeen
tebestuur heeft uitgesloten. De betrokken architec
ten zijn met dit voorstel volledig akkoord gegaan.
Spreker leest de brief voor, waarbij de architecten
werden afgevraagd of zij bereid zouden zijn een
eventuele opdracht te aanvaarden. Spieker is van
mening, dat dit schrijven toch wel met allerlei
reserves is gesteld.
Het lid JANSEN zegt akkoord te gaan met dit schrij-
van, doch dat hij bezwaren heeft tegen de tweede
brief, waarin een opgave van hun werken wordt
opgevraagd. Hij blijft van mening dat burgemeester
en wethouders de ongeveer 10 genodigden ter keuze
aan de Raad hadden moeten voorleggen, ofwel toen
zij eenmaal aan het schiften gingen ook slechts met
k namen hadden moeten komen.
Wethouder van der Westen stelt, dat het eigenlijk
slechts om een aanvulling gaat. De namen van 3
der gegadigden zijn reeds in de vorige vergadering
genoemd.
Het lid HURKS zegt van mening te zijn, dat Burge
meester en wethouders de moeilijkheid toch moeten
voelen. De raadsleden staan als leek tegenover
de kwaliteit der architecten, terwijl toch hen de
keus gelaten wordt er één te laten vallen.
De VOORZITTER zegt hierop, dat de Raad straks ook
beslissingen zal moeten nemen over zaken, waarvan
men geen verstand heeft. Hij noemt in dit verband
de aansluiting op het gasnet.
Spreker zegt vervolgens niet in te zien waarom er
geen vijf architecten ter beoordeling kunnen worden
voorgelegd. De stemming geschiedt immers schrifte
lijk, zodat de beslissing van ieder raadslid
afzonderlijk onbekend blijft.
Het lid JANSEN komt nogmaals terug op het feit,
dat Burgemeester en Wethouders bij hun keuze een