-170-
Daarna is ingekomen een door architect
van der Velden ontworpen schetsplan, eveneens
opgedragen door de heer Joh.Boot.
Als derde heeft de heer Molier uit Den Haag
schetsplannen ingediend, waarna de termijn voor
het indienen voor plannen voor winkelbouw aan
de Markt werd gesloten.
De Welstandscommissie heeft daarna voorkeur
uitgesproken voor het plan Boot/van der Velden.
Later is gebleken dat architect van der Velden
met zijn plannen is gaan leuren, diverse
financiers heeft benaderd, waarop in januari
j.l. de firma Kok en Go aan de hand van een
ontwerp van Van der Velden verzocht om optie.
Het lid BOOT vraagt of Kok en Co een schrifte
lijk antwoord op dit verzoek heeft ontvangen»
De VOORZITTER bevestigt dit en leest het ant
woord voor. Hij ziet hierin geen trap naar de
firma Kok en Co.
Het xid JANSEN zegt hieromtrent thans voldoende
georienteerd te zijn.
Ad.III
Inzake de derde vraag deelt de VOORZITTER mede,
zelfs geen gelegenheid te hebben gehad overleg
te plegen met de beide wethouders. Hij stelt
het lid Jansen voor de gevallen, welke hij op
het oog heeft concreet te willen stellen, opdat
een onderzoek hierna kan plaats vinden. Spreker
is zich niet bewust van enig geval, dat niet
aan de Raad zou zijn voorgelegd. Hij herinnert
in dit verband aan het request inzake het
b1.overvoer in een der vorige Raadsvergade
ringen behandeld. Dit onderwerp was zelfs niet
ter competentie van de Raad en is toch ter
fco-ohtor behande
ling gegeven. Het lid JANSEN deelt naar aanlei
ding hiervan mede dat hij de desbetreffende brie
ven niet bij de hand heeft en dit dus momenteel
niet nader kan preciseren»
Het lid HURKS herinnert aan het schrijven van de
bewoners van het Veldpad, dat volgens deze
bewoners pertinent aan de Raad gericht zou zijn.
Wethouder VAN DER WESTEN zegt dat dit onderwerp
reeds in de vorige vergadering is besproken.
De VOORZITTER deelt mede dat in deze zaak vaak
meningsverschillen ontstaan, omdat men de
brief niet aan de Raad richt maar het wel aldus
schijnt te bedoelen.
Het lid LOCKX informeert of het dan voldoende
is op de enveloppe zonder meer te vermelden:
De Raad der gemeente Prinsenbeek.
De VOORZITTER antwoordt dat dit voldoende
is, mits het stuk ook voor de Raad bedoeld is.
Zo zal een aan de Raad gericht verzoek om een
dansvergunning nooit de Raad bereiken, omdat
dit in andere handen is gelegd. In deze zaken
oordeelt de burgemeester over het doel van de
aanvraag.
Het lid JANSEN stelt, dat een verzoek aan de
Raad, dat eerst wordt onderzocht en gereed
gemaakt, derhalve maandenlang kan blijven
liggen voordat de Raad ervan in kennis wordt
gesteld.