-176
Er zijn misschien wat mindere woningen bij,
maar daarvoor is de prijs dan ook goedkoper
n.l. rondom 9.500,-.
Met de aantekening, dat het lid Lockx als mede
gegadigde voor de aankoop van woningwetwoningen
geacht wordt zich van stemming te hebben ont
houden, wordt zonder hoofdelijke stemming
conform het voorstel besloten.
9. Voorstel tot het verlenen van
zekerheidstelling aan acht aspi
rant-kopersvan woningwetwoningen.
De VOORZITTER deelt mede, dat dit voorstel
betrekking heeft op het besluit onder punt 18
genomen.
Met de aantekening, dat het lid LOCKX als mede
gegadigde voor de aankoop van woningwetwoningen
geacht wordt zich van stemming te onthouden'
wordt zonder hoofdelijke stemming conform het
voorstel besloten.
0. Voorstel tot vaststelling van de
grondprijsberekening van het 1e
gedeelte van plan Zuid en tot
verkoop van grond aan een zevental
bouwondernemers
Dit voorstel -aldus de VOORZITTER- heeft de
volledige instemming van de commissie Financien.
De berekening wijst bovendien uit, dat de
kostprijs niet lager kan zijn, al is uiteinde
lijk de differentiatie der prijzen impulsief
tot stand gekomen. r
Het lid HURKS merkt op, dat er een heel
complex als reserve overblijft. Hij informeert,
of iedere aannemer hiervan grond kan kopen»
De VOORZITTER zegt dat er niet zo heel veel
overblijft, n.l. slechts ruimte voor een
achttal woningen.
Het lid BOOT vraagt hoe het komt dat sommige
plaatselijke aannemers niet voor bouw in Zuid
in aanmerking zijn gekomen»
Wethouder VAN DER WESTEN deelt mede, dat een der»
aannemers aan het loket om grond heeft gevraagd.
Het lid BOOT zegt aan die aannemer te hebben
verteld, dat hijzelf nooit schriftelijk om
grond in Zuid heeft gevraagd en dat hij toch
in aanmerking is gekomen.
De VOORZITTER deelt mede, dat de heer Boot hem
persoonlijk heeft verzocht om voor deze grond
in aanmerking te komen, nadat de heer Boot reeds
een schriftelijke vraag had gedaan voor gronden
aan de markt. Spreker acht een dergelijk monde
ling verzoek van gelijke waarde als een schrif
telijk verzoek.
Hét lid JANSEN vraagt of het verzoek, aan het
loket gedaan, plaats vond na sluiting van de
gestelde termijn.
De VOORZITTER bevestigt dit. Hij acht het niet
juist dat de aannemer nu hierover gaat klagen.
Het lid JANSEN stelt, dat hij geen verschil 1
ziet in een verzoek aan het loket en een monde
ling verzoek aan de burgemeester persoonlijk.
Meer doorslaggevend acht hij het feit, dat men
met het verzoek te laat is gekomen.
De VOORZITTER zegt voortaan schriftelijke ver
zoeken te zullen wensen, een standpunt dat het
lid JANSEN juister acht.
Het lid JANSEN informeert verder wanneer de
woningbouw op deze gronden realiseerbaar zal
zijn.
De VOORZITTER zeg. hierbij -gelet op de huidige