178
De VOORZITTER stelt, dat een toegeven aan de
wens van het Kerkbestuur, zoals thans mede
gedeeld, nooit te verdedigen is bij Gedeputeerde
Staten. Het lid JANSEN acht dit laatste geen
hoofdargument. Belangrijker ziet hij de onmoge
lijke consequenties bij een besluit over iets
waarover geen overeenstemming bestaat.
De VOORZITTER zegt dat er keus is tussen het
niet nemen van een besluit en het nemen van een
besluit conform de wens van het Kerkbestuur.
Het lid JANSEN stelt voor de tekst van de ver
klaring, waaraan het Kerkbestuur zich dient te
houden, hier in de Raadsvergadering op te stel
len. Het Kerkbestuur kan dan worden verzocht
deze verklaring onverkort te aanvaarden.
De VOORZITTER zegt het niet eens te zijn met de
neergeschreven gedachte van het Kerkbestuur als
zou de gedachte plantsoenstrook vóór de pastorie
op tekening met een schuine lijn aangegeven,
bedoeld zijn om door de gemeente te worden aange
legd en niet om aan het Kerkbestuur te verkopen.
Het lid HURKS zegt uit een en ander te conclude
ren, dat de heer Pastoor zich in de boot genomen
voelt omdat hij thans over ruim 100 m2 thans 1
f 35,- gaat betalen, terwijl het hem vroeger
was aangeboden voor 30»
De VOORZITTER antwoordt dat het niet in de
bedoeling heeft gelegen de heer Pastoor in de
boot te nemen, doch dat deze nieuwe situatie in
samenhang met de andere punten in het overleg
is tot stand gekomen.
Wethouder VAN DER WESTEN zegt dat het vorige
keer inderdaad ging om een oppervlakte van
791 m2.
De VOORZITTER stelt, dat het thans de bedoeling
is van de totale oppervlakte 2^3 m2 tegen 35,-
te berekenen.
Het lid HURKS stelt voor het voorstel, zoals dit
bij de stukken heeft gelegen te handhaven.
Het lid JANSEN zou daaraan willen toevoegen, dat
de gemeente hierbij de kluisdeur uitsluit, en
dat acht dagen gelegenheid wordt gegeven dit
besluit te accepteren.
Wethouder VAN DER WESTEN zegt, dat het Bisdom
ook nog hierin moet beslissen.
Het lid JANSEN acht dit geen bezwaar, maar een
logisch gevolg van het besluit. De
De VOORZITTER stelt het voorstel Hurksaange
vuld door het lid Jansen aan de orde. Hij zou dan
wel willen benadrukken dat het gaat om de
juiste redactie van de overlegspunten en niet
om de uitleg, welke aan elk der punten zou
kunnen worden gegeven.
Zonder hoofdelijke stemming wordt tot dit
laatste voorstel, zoals door de voorzitter
omschreven, besloten.
/oorspel tot verkoop van grond De VOORZITTER zet uiteen dat in afwijking van de
aan de Markt voor de bouw van een geldende regelen thans wordt voorgesteld grond
bankgebouw voor de Boerenleenbank te verkopen aan het Bestuur van de Boerenleen
bank voor bouw van een bank aan de Nieuwe Markt.
Hij verzoekt de Raad dit voorstel over te nemen,
daarbij stellend, dat gebouwd zal moeten worden
naar een idee, dat overeenstemt met het Markt-
plan.