-179- Het lid BOOT vraagt of dit punt niet is bedoeld voor een café-restaurant. De VOORZITTER bevestigt deze vraag, doch voegt eraan toe, dat er geen liefhebbers zijn komen opdagen voor een café-restaurant. Het lid BOOT zegt het vreemd te vinden, dat het nu plotseling mogelijk is grond te verkopen, terwijl het verzoek voor de Paantjesstraat er al zo lang ligt. De VOORZITTER zegt van mening te zijn, dat het verzoek betreffende de Paantjesstraat al afge daan is. Hij zal dit echter laten nagaan. Overigens twijfelt hij niet aan de afwikkeling van de Paantjesstraatomdat reeds een perceel voor woningbouw is overgedragen. Overigens is spreker bereid deze verkoop, indien nodig, in de volgende vergadering aan de Raad voor te dragen. In verhouding tot dit voorstel acht het lid BOOT het ergens niet juist dat het verzoek voor de Paantjesstraat 1-jr jaar blijft liggen. De VOORZITTER antwoordt hierop, dat diverse motieven pleiten voor het huidige voorstel. Ten eerste betreft het een instantie, welke eigen is aan Prinsenbeek en ons derhalve nader aan het hart ligt. Ten tweede betreft het een instantie, welke geen speculatie beoogt. Ten derde betreft het een object, dat op zeer korte termijn te verwezenlijken is. Wethouder VAN DER WESTEN voegt hieraan toe, dat de Boerenleenbank bovendien gebonden zal worden aan een aanvaardbare tekening. Het lid AARTS vraagt zich af of het niet beter is ten aanzien van deze bouw een termijn te stellen, daar deze zaak anders kan blijven zweven. De VOORZITTER zegt dit een juiste gedachte te vinden. Hij stelt voor om het bestuur 3 maanden gelegenheid te geven een aanvaardbaar schets- plan in te dienen. Daarna kunnen de instanties als Welstand en Bouw- en Woningtoezicht zich nader beraden omtrent dit schetsplan. Ten aanzien van de vraag van het lid BOOT informeert het lid JANSEN wat er ten opzichte van het café-restaurant is gesteld. Zijner in deze richting positieve stappen gezet? De VOORZITTER antwoordt, dat er een architect is geweest die een verzoek ten opzichte van de Paantjesstraat en omgeving heeft gedaan. Dezerzijds is toen de suggestie gedaan er een hotel te bouwen. Dit heeft gespeeld vóór de tentoonstelling 19Ö2, doch sindsdien is er niets meer van vernomen. Het lid JANSEN zegt hieruit af te leiden, dat er dus niemand een verzoek heeft ingediend voor de bouw van een café-restaurant. De VOORZITTER stelt dat deze conclusie juist is. Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel met daaraan toegevoegd de bepaling, dat door het Bestuur binnen 3 maanden een aanvaardbaar schetsplan dient te worden ingediend* besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 179