-183 Voorstel tot vaststelling van een verordening, regelende het gebruik van gebouwen en hun aanhorigheden. Het lid HURKS vraagt wat de strekking van deze verordening is. De VOORZITTER zegt, dat in Peperbos enige verve lende ervaringen zijn opgedaan met bewoners, die in een door hen gekocht landhuis een bedrijf gevestigd hebben. Door de vaststelling van deze verordening kan in de toekomst voorkomen worden dat winkels worden gevestigd in specifieke woon wijken. De verordening is gelijkluidend aan de door de gemeente Breda vastgestelde verordening. In de volgende raadsvergadering zal een concept van de Algemene Verkoopsvoorwaarden ten aanzien van de in plan Zuid gelegen gronden worden over gelegd, waarin met een en ander reeds rekening is gehouden. De VOORZITTER zegt verder, dat hij het onjuist acht wanneer b.v. in de Pastoor Oomenlaan winkels gebouwd worden. Het lid JANSEN vindt het een gevaarlijke verorde ning, waarmee de winkelvestiging in de gehele gemeente bevroren kan worden. De VOORZITTER zegt, dat de raad zelf kan vast stellen voor welke straten de verordening zal gelden. Dit zullen dan straten moeten zijn gelegen in een uitbreidingsplan, daar de oude kom niet onder de werking van deze verordening valt. Het lid JANSEN zegt, dat we voor jaren vastzitten aan zo'n verordening, ook als de zienswijze over een uitbreidingsplan totaal gewijzigd is0 Hij is er van overtuigd, dat over tien jaren het niemand vreemd zal vinden als er in de Pastoor Oomenlaan winkels komen. De VOORZITTER merkt op, dat de bebouwingsvoor schriften dan toch gewijzigd zullen moeten worden.. Hij zegt een tegenstander te zijn van een wille keurige vestiging van winkels. De bewoners van Peperbos hadden de garantie, dat zij een woning betrokken in een rustige woonwijk en nu is het onjuist als dit doorkruist wordt door een zaken- vestiging. Het lid JANSEN meent, dat de schaarste aan woon ruimte hierbij ook een rol speelt. De VOORZITTER zegt, dat de vestiging van een patates-frites-zaak in Peperbos of in de uitbrei ding aan de Beeksestraat dan ook tot de mogelijk heden behoort en waar blijft dan de bescherming van een woonwijk in het uitbreidingsplan. De vestiging van een notariskantoor of tandarts praktijk zal echter wel mogelijk zijn, want dit zijn geen winkels. Het lid JANSEN constateert, dat Burgemeester en Wethouders dus uit te maken hebben welke bedrijven onder de verordening vallen. Hij is bang voor willekeur. De VOORZITTER zegt, dat een en ander in de veror dening is geregeld. Het lid HURKS ziet in de verordening ook een gevaar voor oude agrariërs, die bij hun kinderen gaan inwonen. Het lid JANSEN zou straten aan willen wijzen, waarvoor de verordening geldt en deze aanwijzing periodiek herzien. De VOORZITTER zegt, dat de verordening geldt voor alle bedrijven, die onder de winkelsluitingswet vallen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 183