-194-
Omtrent hettweede punt van de Raadscommissie
Financiën -art. 3* 1e lid, sub c, niet te ver
wezenlijken met het oog op de Rijksgoedkeuringen-
zet de VOORZITTER uiteen, dat hier bedoeld wordt
het oordeel van Burgemeester en Wethouders om
trent het definitief bouwplan, met name toe"tsing
aan de voorschriften. Verschil moet gezien worden
tussen de goedkeuring en de afgifte van de bouw
vergunning. De afgifte geschiedt eerst na de
vereiste Rijksgoedkeuring.
Algemeen is de Raad van oordeel dat hier
enige verduidelijking nodig is, zodat zonder
hoofdelijke stemming wordt besloten art. 3> 1e
lid, sub c te omschrijven als volgt:
"binnen 5 maanden het definitief bouwplan
"door de gemeente nog niet is goedgekeurd".
Ten aanzien van punt 3 der Raadscommissie
Financiën - nadere toelichting van artikel 98,
1e lid, sub b der bouwverordening - stelt de
VOORZITTER als zijn mening, dat uit juridisch
oogpunt bezwaarlijk een andere omschrijving kan
worcten opgenomen.
Elk der raadsleden gaat met deze toelichting
akkoord waarbij het lid AARTS nog stelt, dat een
en ander meer is bedoeld voor art. 10 der ont-
werp-regeling.
Omtrent het vierde punt van de Raadscommis
sie Financiën - bezwaren tegen verbod door door
verkoop tenzij met toestemming - wijst de voor
zitter op de ervaring in lèperbos waar de funde
ring werd verkocht.
Het lid BOOT zegt van mening te zijn, dat
dit niet is vóór te blijven, aangezien men na
enkele weken bewoning volgens de thans voor
gestelde regeling kan doorverkopen.
De VOORZITTER zegt hiermede wel akkoord te
kunnen gaan, daar het tóch de speculatie minder
in de hand werkt. geen
Het lid FARLA ziet liever verschil tussen
bouwondernemer en aspirant-bouwer.
Het lid HURKS stelt dat een bouwondernemer
bij toestemming tot verkoop ook kan doorverkopen
aaneen andere bouwondernemer.
DE VOORZITTER zegt hierin zakelijk geen
bezwaar te zien. Wat hij wil voorkomen is dat
niet slechts hier en daar - als ware het een
oud gebit - een woning wordt gezet. Bij bouw
ondernemers is stelselmatige bouw wel verzekerd.
Het lid JANSEN stelt dat onregelmatige bouw
toch is achterhaald door de rente-bepaling, wat
de VOORZITTER beantwoordt met te stellen, dat
de rente-bepaling thans is weggelaten.
Toch is het lid JANSEN van mening dat door
dit artikel de mogelijkheden voor particulieren
worden afgeknot. Hij vertelt in eigen omgeving
te hebben ervaren dat vanwege een faillisement
de bouw werd verkocht en met winst. Dit was een
volkomen te goeder trouwe aangelegenheid.