-196-
8. Voorstel tot wijziging van de
verordening op de heffing en
invordering van reinigingsrechten
19. Voorstel in verband met tijdelijke
vestiging van een winkel in het
pand Kapelstraat 5
Spreker licht toe dat hierbij voor straat 6
van het voorstel van Burgemeester en Wethouders
is afgeweken, omdat het enerzijds een straat
wordt, welke het grote plan Zuid in twee delen
splitst, anderzijds omdat men "Lange Pad" niet
zo'n denderende naam vond.
De VOORZITTER wijst erop, dat Burgemeester en:
Wethouders bij straat 4- voorstellen: "Hoge Wei"
terwijl de fractie Aarts "Hoge Weide" noemt.
Het lid JANSEN zegt de voorkeur te geven aan
"Hoge Weide". Ook de anderen zijn het met deze
voorkeur eens. Zonder hoofdelijke stemming wordt
het voorstel Aarts integraal overgenomen.
De VOORZITTER leest het advies voor van de
Raadscommissie, waarna desgevraagd de secretaris
meded^eelt, dat de huidige opbrengst 3»000,-
bedraagt, terwijl dit bij de gewijzigde verorde
ning 4-.600,- zal zijn.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform
het voorstel besloten.
De VOORZITTER verduidelijkt dit voorstel
met te zeggen, dat op materiele gronden wordt
voorgesteld van ingebruikgeving af te zien. De
angstige jurisprudentie rondom het Huurbescher-
mingsbesluit acht hij hier van doorslaggevende
betekenis.
Het lid JANSEN is van mening dat er toch
andere vormen van overeenkomst te vinden zijn.
De VOORZITTER zegt dat een andere vorm gaar
ne nader zal worden overwogen.
Wethouder VAN DER WESTEN stelt dat men dan
met het probleem zit van meerdere gegadigden, een
probleem dat het lid JANSEN door loting zou
willen zien opgelost.
De VOORZITTER zegt toe te laten nagaan wat
hier verder gedaan kan worden, indien de Raad dit
op prijs stelt. In de Gertrudisklok ware dan de
loting bekend te maken.
Het lid AARTS zegt in dit alles het beging
te zien van een berg moeilijkheden. Vanwege
de publieke opinie kan men straks niet besluiten
de bewoner op straat te zetten.
Het lid BOOT informeert of het pand niet kan i
worden gesloopt.
De VOORZITTER raadt aan hiervan af te zien, daar
dan de belendende percelen omvallen.
Tenslotte wordt zonder hoofdelijke stemming
besloten conform het voorstel.
-0« Voorstel tot verlenging van de over
eenkomst met de "Baroniesche
Hengelaars" te Breda, tot verpach
ting van het visrecht van de Kuil.
De VOORZITTER zet uiteen, dat naast dit
verzoek nog een verzoek is ingekomen van een
visclub in oprichting uit Prinsenbeek; dat Burge-
meester en Wethouders zich hebben afgevraagd of
de huidige pachter zomaar aan de kant kan worden
gezet; dat dit het college niet heeft durven
voor te stellen, enerzijds omdat de Baroniesche
Hengelaars getrouw aan hun verplichtingen hebben
voldaan, anderzijds omdat uit informatie bij de
Kamer voor de binnenvisserij is gebleken, dat wij
dan de zaak toch zullen verliezen.