-198- Het lid HURKS stelt voor, dat het Bestuur der Prinsenbeekse visclub gaat praten met de Baronie. De VOORZITTER is het hiermede eens en stelt voor tot zolang deze verzoeken aan te houden. Het lid JANSEN vraagt waarom er gelegenheid wordt geboden te waterskiën terwijl er een zwem verbod is. Hij acht het bedenkelijk en onjuist, dat zowel zwemmen als waterskiën wordt toegelaten met de wetenschap dat er elk jaar iemand ver drinkt. Spreker staat erop, dat het zwemverbod gehandhaafd wordt of wordt opgeheven. Gezien het gevaar zal het verbod dienen te worden gehand haafd. Wethouder VAN DER WESTEN stelt, dat in zwem baden met toezicht ook regelmatig verdrinkings- gevallen voorkomen. Het gevaar acht hij wel minder als de Kuil in exploitatie zou kunnen worden gebracht. Het lid JANSEN blijft van mening, dat als er een zwemverbod is, dat dient te worden gehand haafd. De VOORZITTER zegt, dat de skiers er niet heen gaan om te zwemmen en dat anderzijds bij op heffing van het zwemverbod het plebs er komt zwemmen met alle gevolgen van dien. Het lid JANSEN concludeert dat we het zv/em verbod niet willen opheffen, dan rest er niets anders dan vast te houden aan het verbod. De VOORZITTER acht het een moeilijkheid, dat het Politietoezicht onvoeldoende is, omdat het corps te klein is en er bovendien bij controle twee agenten tegelijk heen moeten. Bij het lid JANSEN ontlokt dit de medeling dat de politie er zelf zwemt. De VOORZITTER zegt hiervan niet in kennis te zijn gesteld, wel is hem bekend, dat een zoon van een der politie agenten in de Kuil heeft gezwommen en dat hem hierop gewezen is. Het lid HURKS zegt zich te kunnen indenken dat het heerlijk is voor de boeren om na gedane arbeid even een duik te kunnen nemen. De VOORZITTER stelt een beslissing hierom trent aan de orde en vraagt stemming omtrent het gesloten akkoord tussen de waterskiers en de Baronie enerzijds en de vergunning door de gemeen te om te waterskiën anderzijds. Er blijken 8 stemmen tegen deze vergunning te zijn en 3 voor (de wethouders van der Westen en Dikmans, alsmede het lid Farla)zodat de Raad zich heeft uitgesproken tegen het verlenen van toestemming tot waterskiën in de Kuil. Omtrent het eigenlijke verzoek tot verlenging der pachtovereenkomst stelt de VOORZITTER voor de beslissing uit te stellen tot de september vergadering met het vooruitzicht alsdan een willig akkoord ter tafel te kunnen brengen tussen Baronie en de Prinsenbeeke hengelaars. Daartoe zullen de nodige stappen worden gedaan. Met dit voorstel tot aanhouding gaan allen akkoord. Het lid AARTS verzoekt er voor zorg te willen dragen dat de Baronie tevoren in kennis

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 198