-36-
De VOORZITTER, stelt dat de heer van
der "esten wel beter weet omdat ten eerste
Verwijmeren bereid is de resterende grond aan
de gemeente over te dragen, en ten tweede
hier artikel 20 van de wederopbouwwet kan
worden toegepast. Spreker acht de taxatie
niet juist.
Het lid JANSEN vraagt of de taxatie- j
commissie de schade voor het bewuste bouw
plan er in heeft opgenomen. Hij is van mening
dat het rapport naar deze commissie dient te
worden teruggezonden indien dit wel het ge-
val is. Mocht dit echter niet het geval zijn,
dat acht hij het bereidverklaringsbedrag vol
komen acceptabel.
Wethouder VAN DER WESTEN zegt dat de
taxatie-commissie onder een der rapporten
geweigerd heeft haar handtekening te zetten
en dat dit tegenover de Rechtbank als
taxatie-rapport niet is te handhaven.
Het lid HURKS stelt, dat er naast deze
bereidverklaring punten zijn, welke moeilijk
zijn waar te maken.
De VOORZITTER zegt nog heden een verkla
ring van Verwijmeren te hebben ontvangen, wa
waaruit blijkt, dat hij deze nevenpunten niet
beschouwt als onderdelen van de bereidver
klaring. Spreker leest deze verklaring voor.
Het lid JANSEN stelt voor over het be
drag der bereidverklaring te stemmen.
Het lid HUIJBEN zegt dat men bij afwij
zing hier nadien spijt over zal hebben.
Wethouder VAN DER WESTEN acht het bedrag
geen bezwaar vergeleken bij de prijzen die mo
menteel voor arbeiderswoningen in strip wor
den gevraagd. Het is hem bekend dat voor een
dergelijke woning in Prinsenbeek onlangs
*+1.000.-. is gevraagd.
De VOORZITTER zegt niets tegen de prijs
te hebben, doch wel tegen de incalculatie
Hij acht het niet fair, dat van een afgege-
ven verklaring wordt afgeweken. Hij stelt
stemming aan de orde, daarbij nogmaals stel
lend, dat men niet lelijk moet kijken, als hij
bezwaar zal gaan maken tegen een eventuele
aanvaarding van het bereidverklaringsbedrag.
Spreker zegt hier open spel te willen spelen.
Bij stemming blijkt, dat alle leden het
bereidverklaringsbedrag accepteren, zodat
aldus is besloten.