-84-
Prinsenbeek 26 november 1964
R.K. Kerkbestuur
Prinsenbeek
Aan de Raad van de gemeente Prinsenbeek
Edelachtbare Heren,
Het zal U bekend zijn dat de oprit aan het ^eperbos naar de in aanbouw zijnde
nieuwe pastorie, dezer dagen door de gemeente werd afgesloten met een plant
soenbeplanting.
Deze toegang werd tot op heden door de aannnemer van de nieuwe pastorie ge
bruikt voor aan- en afvoer van materialen enz.
Door de afsluiting van de oprit aan het ^eperbos wordt de aannemer ernstig
bemoeilijkt in de uitvoering van zijn werkzaamheden, daar langs de Kromme El
leboog een zodanig geaccidenteerd terrein is gelegen, dat onder de bestaan
de omstandigheden niet voor rijweg in aanmerking kan komen en alle vervoer
van en naar de nieuwe pastorie, zodoende voortaan zou moeten geschieden via
de oude Markt over de weg naar de nieuwe kerk.
Hierdoor ontstaat ernstig gevaar dat deze weg, vooral in het aankomende
slechte seizoen, dermate zal worden overbelast dat hij weldra niet meer als
kerkweg geschikt zal zijn voor de parochianen, terwijl ook het kerkplein ern
stig gevaar loopt door de zware belasting te worden beschadigd.
Wij willen U daarom beleefd maar met de meeste aandrang verzoeken de oprit
naar het Peperbos alsnog gedurende de enkele maanden dat de pastorie nog in
aanbouw is, voor aan- en afvoer ten behoeve van de nieuwe pastorie open te
willen stellen.
Wij verzoeken U beleefd deze aangelegenheid wegens hare urgentie nog in Uwe
vergadering van vrijdag 27 dezer te willen behandelen.
Wij danken U bij voorbaat en t ekeneninmiddelsmet de meeste hoogachting.
R.K. Kerkbestuur Prinsenbeek.
w.g. C.Boeren namens voorzitter
w.g. A.J.Rops lid.
Wethouder DIKMANS licht toe dat hij door
het Kerkbestuur is benaderd om toelating van
een inrit door het plantsoen voor de bouw van
de pastorie en tegelijkertijd gevraagd werd de
eerder gedane toezegging om het plantsoen aan
te leggen met spoed te doen uitvoeren. Aange
zien met de aanleg van het plantsoen rond de
kerk juist maandag was begonnen, kan hij deze
twee verzoeken niet rijmen.Hij vraagt zich ech
ter af of de Raad wel bevoegd is dit schrif
telijk verzoek van thans te behandelen.
De VOORZITTER zegt nog, dat voor de bouw
van de pastorie reeds twee uitwegen beschik
baar zijn en dat men inmiddels met het plant
soen rond de kerk is gereed gekomen. Hij acht
het dwaas, dat de Raad voor dergelijke verzoe
ken wordt geplaatst.
Zonder hoofdelijke stemming wordt beslo-
teh het verzoek ter afdoening in handen van
Burgemeester en Wethouders te stellen.