-85-
2k.Rondvraag»
De VOORZITTER deelt mede, dat enkele
schriftelijke vragen zijn gesteld door de leden
Hurks en Lockx betreffende de algehele ont
ruiming van het paniïr32/32a met name de stag
natie van de sloop wegens het gebruik van een
klein gedeelte van dit pand door M. Suijkerbuijk.
Spreker laat hier de vragen en het ant
woord in extenso volgen.
VRAAG.
Ondergetekenden vragen Uwe gewaardeerde aandacht voor de oplossing van een
verkeersprobleem.
Sedert ruim 7 weR;en hebben cfe huurders J. Takx en C. v. Beurcien het pand
Markt 30/32 verlaten. Iedereen dacht, dat de gemeente dit pand spoedig op
zou ruimen, zulks in het belang van het verkeer. Er schijnt hieromtrent een
moeilijkheid gerezen, hierover worden allerlei vragen aan ons gesteld, waar
op wij niet kunnen antwoorden daar wij de finesses niet kennen.
Gaarne zouden wij hieromtrent in de raadsvergadering van 27 november 196k na
der door B. en W. geinformeerd worden, in de hoop dat door het slopen van het
pand een zeer ernstig verkeersprobleem zal worden opgelost, in het belang van
de gemeenschap.
Hoogachtend w.g. A.J.C. Hurks
w.g. J.A. Lockx.
ANTWOORD.
Op 28 juni 1957 heeft Uwe Raad het saneringsplan voor de Markt vastgesteld het
welk op 14 mei 1958 door Ged.Staten werd goedgekeurd. De wettelijke vereiste pu-
blikaties hieromtrent zijn geschied.
In het kader van dit saneringsplan zou het pand Markt 30/32 dienen te verdwij
nen. In verband met huisvestxgingsmoeilijkheden is aan de huurders eerst on
langs een andere woning beschikbaar gesteld kunnen worden.
In dit pand was een hoekkamer niet bij het woongedeelte getrokken.
Door de heer Suijkerbuijk werd in 1959 aan B. en W. gevraagd of hij in verband
met zijn toenmalig gebrek aan opslagruimte deze kamer kon huren. H
Voor het luttele bedrag van 1.50 per week met een opzegtermijn van eveneens
een week werd hem de helpende hand geboden bij de oplossing van zijn moeilijkhe
den.
Thans nu na ontruiming van het bewoonde gedeelte, de gemeente na ruime opzeg
termijn tot afbraak van het pand wil overgaan, weigert de heer M. Suijkerbuijk 1
het gehuurde te ontruimen door zich op huurbescherming te beroepen. Vooraf
is aan M. Suijkerbuijk nog medegedeeld dat de gemeente hem om niet een andere
opslagruimte zou beschikbaar stellen, indien hij door de opzegging nog tijde
lijk in moeilijkheden zou geraken.
Door de weigering van M. Suijkerbuijk werd de gemeente gedwongen^ de rechter
ontruiming te vorderen.
In het geding stelt M. Suijkerbuijk dat zijn maatschappelijke behoeften en eco
nomische belangen van dien aard zijn dat zij boven de belangen van de gemeente
uitgaan en dat de gemeente hem een ander pakhuis in huur dient aan ie bieden.
Wij laten het oordeel over dit standpunt gaarne aan Uwe Raad over.
Genoeg zij, dat betrokkene wist dat het pand voor afbraak in aanmerking kwam
en dat hij thans weet dat het pand een zeer ernstig gevaar betekent voor het
verkeer, omdat sedert de opening van de nieuwe verkeersweg naar Zevenbergen
ter plaatse in steeds meerder mate een onheils-situatie dreigt te ontstaan.