Het lid. HTJRKS stelt het "bezwaar
van de heer van Geel als redelijk.
Het lid JANSEN informeert of de
gemeente zich geen zorgen meer behoeft
te maken als Welstand een advies gegeven
heeft, en of er tevoren geoordeeld wordt
door Bouwtoezicht.
De VOORZITTER antwoordt, dat het
altijd een advies blijft, waarvan Burge
meester en Wethouders kunnen afwijken,
al zal er b.v. in het landelijk gebied
wel een beleidslijn nodig zdji. Ten aan
zien van Bouwtoezicht deelt de voorzitter
mede, dat deze hierover niet mag oordelei.
De leden HURKS en BOOT zeggen, dat Wel
stand drie maanden geleden niet eens den
uitbreidingsplan bezat, zoals uit bevoeg
de bron is vernomen.
De VOORZITTER stelt, dat dit niet
nodig is. Welstand treedt niet in de
beoordeling van uitbreidingsplannen of
bebouwingsvoorschriften. Evenzo is Wel
stand wel eens te ver gegaan door zich
te bemoeien met de indeling der woningen.
Haar taak is de evenmens te beschermen
tegen bouw naar buiten.
Het lid BOOT DEELT mede, dat de
bunker tegenover de Burgemeesterwoning
zelfs grijze muren heeft.
Het lid JANSEN stelt dat V/elstand
in dit geval er wel naast is geweest.
De VOORZITTER antwoordt, dat dit
plan zelfs een zgn.ratio-goedkeuring
heeft. Welstand achtte het een goed plan,
doch echter met te weinig omgeving,waar
echter niets aan te doen viel.Welstand
houdt een lijst aan van experimentgevallei
waar ook dit plan op voorkomt,evenals het
plan van bakker Mol aan de Markt,waar
Welstand nu tegen is.
Het lid JANSEN meent dat de esthetic?
te subjectief is. Zo zouden de woningen
in Peperbos overal staan behalve juist
daar.
Het lid BOOT is van mening, dat het
vaak een kwestie van leuk tekenen is,van
mooi naar voren brengen.
De VOORZITTER licht toe, dat dool? eei
wijziging in de ïfoningwet het oordeel
van de eenling is vervangen door een
commissoriaal oordeel. Het persoonlijk
stempel is in de wet verworpen. Zo heeft
Welstand thans een commissie ter beoor
deling der plannen. Hij duidt op dè
feilen van Welstand zoals o.a. bij de
Pastoriebouw; Het schetsplan was door
Welstand goedgekeurd, doch een latere in-