-112- Wethouder VAN DER WETEN licht toe, dat aan van Gils door Burgemeester en Wethouders een voorlopige toezegging is gedaan, afhanke lijk van het besluit van de Raad, doch dat in de fractie tot uiting kwam dat noch van Gils, noch Dircken gelegenheid tot uitweg dient te worden gegeven. ^et lid BOOT vraagt of beiden niet kun nen gediend worden. De Raad heeft het nu nog in eigen hand. Het lid AARTS zegt dat het dan een pand kost De VOORZITTER geeft als de mening van de planoloog weer, dat er een gesloten eenheid moet komen, gezien de ontwikkeling vooral in westelijke richting. Wethouder VAN DER WESTEN vraagt of de centrale inrit al of niet eigendom van de ge meente moet blijven. De VOORZITTER zegt dat hierover valt te discussiëren. Het lid AARTS raadt aan deze inrit niet in gemeentehs.nden te houden. Het geeft tel kens weer moeilijkheden. Verder pleit hij er voor de inrit niet te laten gelden voor de achterliggende percelen, en dit in de koopak te op te nemeno Het lid LOCKX meent dat Dircken bij het voorstel van de commissie in het nadeel komt. Hij heeft nu kans voor een toekomstige uitbrei ding. Wethouder VAN DER WESTEN zegt dat Dircken zijn kans heeft laten voorbijgaan in het gesprek met de Heer Burgemeester en de Heer Geerards. De VOORZITTER zet uiteen, dat van Gils akkoord kan maken met van Tilburg voor een uitrit, en dat Dircken akkoord kan maken met de k kopers van de grond. Hij ziet dit als een economisch spel. Het lid P. BIEMANS merkt op, dat de in ritten voor de commissie de knelpunten waren, anders hadden ze alle drie geholpen kunnen worden. De VOORZITTER stelt stemming aan de orde Van het voorstel van de commissie, aangevuld door de Raad, omvattende:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 112