-176- k. Voorstel tot vaststelling der vergoedin gen ex artikel 101 der Lager Onderwijswet. 5. Voorstel tot onbewoonbaarverklaring van de panden Burgtsedreef 7 en Markt 13» k. circulaire van Gedeputeerde Staten be treffende bezoldiging van sekretarissen Al deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen De VOORZITTER licht toe, dat het hier de afrekening 196^ betreft op bedragen, welke destijds door de Raad zijn aanvaard. Zonder hoofdelijke stemming wordt con form het voorstel (vaststelling vergoedin gen ex art. 101 L.O. wet over 196*0 beslo ten. De VOORZITTER zegt ten aanzien van het pand Burgstsedreef 7» hat de Heer Smits, als beheerder der eigendommen van de Erven Smits, nog heden een schrijven heeft be zorgd, waarin hij zijn verwondering uit spreekt over het feit, dat hij niet is ge kend in het voornemen tot onbewoonbaarver klaring. De Voorzitter zegt, dat de Heer Smits vergeet er bij te vermelden dat hij bij brief van 21 januari 1965 omtrent de toestand van deze woning is aangeschreven, welke aanschrijving nog eens per 13 april is herhaald. Aan de daarin genoemde klach ten (w.c.-pot stuk; w.c.-put lek; regenpij pen stuk; regenput stuk; afvoer huishoud- water versleten, ramen en sluitwerk ver sleten, schoorsteen kamer komt uit op slaapkamer en is niet goed afgesloten; zoldervloer kapot, dak overal lek; schuur tje lek, gevaar kortsluiting) heeft hij niet gereageerd, waarop eind april aan de Gebr. Schuijbroek is opgedragen de w.c. en de afvoerleiding naar de put te herstellen. De kosten hiervan moesten zelfs per deur waarder worden geind. Hij doet nu alsof hij van niets weet. Bovendien heeft hij na het raadsbesluit nog gelegenheid tot beroep bij Gedeputeerde Staten. Evenzo bestaat de mogelijkheid voor de eige naar van het pand Markt 13. Aan de bewoner van dit pand is door de ge meente inmiddels een andere woning toegewe zen. Het lid AARTS stelt zelf te hebben onder vonden, dat het tevoren op hoogte stellen niet bij de wet is geregeld. Zelfs ontving hij destijds nog geen aanschrijving tot verbete ring. Hij acht dit een niet-rechtmatig-be- schikken over andermans eigendom. Wat er dan gebeurt, gebeurt achteraf. De VOORZITTER acht dit een meer juiste situatie. Bij onderhandelingen vooraf wordt het een spel van: 't is niet - 't is wel".

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 176