-177-
6. Voorstel tot het verpachten van perceel
sectie E 26 aan de heer Jansen te Prin
senheek.
Nu beslist de Raad objectief op grond van
rapporten van Bouw- en Woningtoezicht en
van de Inspecteur van de Volksgezondheid.
Het lid AARTS ziet een ander probleem
ten aanzien van de woning Markt 13» omdat
deze woning inmiddels ten verkoop aangebo
den is.
De VOORZITTER antwoordt dat via de No
taris aan de eigenaar mededeling is gedaan
van dit voorstel. Na verkoop kan het pand
met enkele voorzieningen weer bewoonbaar
worden gemaakt.
Wethouder VAN DER WESTEN zegt dat een
en ander rondom de verkoop ook hem heeft
verwonderd. Hij vindt het bovendien vreemd,
dat thans gesteld wordt, dat de woning niet
meer is te herstellen, terwijl echter de ei
genaar enkele weken tevoren een aanschrijving
tot verbetering heeft ontvangen.
De VOORZITTER is van mening dat geen
nieuwigheden in de wet moeten worden inge
voegd.
Wethouder VAN DER WESTEN zegt te hebben
horen verluiden, dat het pand van de Erven
Smits thans geschaad wordt uit het oogpunt
van Monumentenzorg.
De VOORZITTER antwoordt, dat de bewo
ning niets afdoet aan het al-of-niet monu
ment zijn. Bovendien komt alleen het hoofd-
pand van Burgst voor monument in aanmerking
en niet deze woning.
Het lid HUIJBEN informeert of de eige
naar van Markt 13 omtrent dit voorstel tot
onbewoonbaarverklaring is verwittigd.
De VOORZITTER zegt, dat reeds donderdag
j.l. een en ander is medegedeeld.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervol
gens conform het voorstel (onbewoonbaarver
klaring der panden Burgstsedreef 7 en Markt
13) besloten.
De VOORZITTER deelt nog mede, dat ter
bevordering van de beroepsmogelijkheid reeds
morgen de nodige aanschrijvingen zullen wor
den gereedgemaakt.
Het lid AARTS zegt uit het voorstel te
hebben begrepen, dat het perceel jaarlijks
wordt verpacht tegen een genoemde prijs. Hij
vraagt of dit bedrag dan zonodig nog kan
worden gewijzigd.