-296-
WETHOUDER VAR DER WESTER dankt vervolgens de VOOR-J
ZITTER voor het vertrouwen, dat de WETHOUDERS in
het verleden van hem mochten ontvangen, en voor
de prettige samenwerking van voorheen, voor hem
spreker - gedurende 8 jaren als Wethouder en daar
voor nog 5 jaren als gewoon raadslid. Hij zegt in j
zijn plicht echter te kort te schieten, indien
hij zijn oud-collega oud-wethouder Dikamans niet
van harte zou danken voor hetgeen hij in de afge
lopen vier jaren heeft gedaan. Hij zegt hem
steeds te hebhen moeten bewonderen om zijn eerlij!
inzicht, zijn volledige openhartigheid en zijn ga
ve om op het gebied van openbare werken het be
stuurlijke en technische van elkander te kunnen
onderscheiden. Hij legde de verantwoordelijkheid
daar, waar die liggen moest, met als resultaat,
dat de verhouding tussen het personeel en Wethou
der Dikmans altijd goed is geweest. Dat dit zo
kon is te begrijpen, als men bed nktdat hij bij
zijn intrede in het zakenleven mensen in dienst
nam, die er tientallen jaren zijn gebleven en nog
onlangs zijn overgestapt naar de zoon van de Heer
Dikmans, toen de zaak werd overgedragen van vader
op zoon. Zoiets mag als sociaal voorbeeld in de
verhouding werkgever-werknemer gezien worden.Hij
hoopt dat de Heer Dikmans nog vele jaren in raads-
verband zal meewerken.
Ook de raadsleden welke tot voor kort zijn mede
raadsleden waren, dankt spreker van harte voor
het vertrouwrenin hem en in de andere w/ethouder
gesteld. Het was een vriendenkring waarbij het
zelfs niet merkbaar was dat de raad bestond uit
twee groeperingen. De onlangs gehouden verkiezin
gen hebben een derde groepering in de raad ge
bracht, zich aandienende ais werknemersgroepering
kort daarop omgedoopt tot een groep van gemeen
schapsbelangen. Hij zegt vanaf zijn plaats te
kunnen beloven,en hij is er van overtuigd, dat
dit namens de overige raadsleden gezegd is, dat
zij de voile steun zullen ond rvinden bij hun pro
gramma, zoals aangeboden aan de bevolking en de
beloften welke hierin verankerd liggen, mits deze
uitvoerbaar zullen zijn. Immers wanneer dit al
les te verwezenlijken mocht zijn dan staat het
voor spreker onomstotelijk vast, dat de gemeente
over onuitputtelijke middelen beschikt, dat de
bestedingsbeperking tot het verloden behoort, en
da't het spook der werkeloosheid, wat zich moer en
meer gaat opdringen, niet aan bod zal komen.Toch
zal er in de komende jaren gewikt en gewogen moe
ten worden en zal het een moeten wijken voor de
verwezenlijking van het ander.
Ru wij met drie groeperingen - aldus spreker -
een nieuwe periode van vier jaren tegemoet gaan,
moet het uitgangspunt toch zijn een op de voor
grond plaatsen van het algemeen belang en tege-
lijk hot op do achtergrond schuiven van elk per
soonlijk, individueel of groepsbelang. Het is
nog nooit gebeurd, dat er in een v 'reniging door
tweedracht iets goeds tot stand kwam, wel af
braak, doch dit mag nooit een doel zijn. Ai met
al^zijn wij mensen met gezond verstand en wanneer
dit gebruikt wordt, zal het algemeen belang door