-518- Toen dit besluit werd genomen was het k.b. tot afwijzing van de gebiedsruil niet bekend en er kon dus ook geen rekening mee worden gehouden. In dit licht gezien vraag: ik mij af of de belangen van de volkshuisvesting in en om Breda er mede zijn gediend. Het College van Burgemeester en Wethouders van Breda heeft Burgemeester en Wethouders van Prin senbeek om een onderhoud gevraagd. Dit zal spoe- dig plaats vinden. Punt van bespreking zal dan vormen of er aanleiding kan bestaan de voor Breda groeiende impasse te doorbreken door alsnog in de Haagsche Beemden, gedeeltelijk of geheel, een be- stemmingsplan te leggen. Gegeven de omstandigheid dat thans de ze erheid aanwezig moet worden ge acht dat de Haagsche Beemden naar Breda zullen overgaan vraag ik mij af of het raadsbesluit van 9 aug.1966 thans nog als juist moet worden aange- merkt. Deileniging van de streekwoningnood vordert continiuteit in het bouwen. Het blokkeren van de Haagsche Beemden zou die continiuteit in gevaar kunnen brengen, Daar te verwachten is dat Burgemeester en Vethou- ders van Prinsenbeek in de eerstvolgende'raads vergadering deze aangelegenheid aan Uwe raad ter beoordeling zullen voorleggen geloof ik dat er alles mee gediend is U thans reeds te vragen op zo breed mogelijk front te oriënteren teneinde straks een zo beleidvol beslissing te verkrijgen'.' Hij zegt hieraan te willlen toevoegen: "Niet an ders dar. over mijn lijk" maar als de raad dit standpunt vasthoudt dan wordt Prinsenbeek een lijk. Omtrent vraag 2 van de Heer Aarts antwoordt de VOORZITTER, dat deze materie reeds lang de aan dacht heeft van Burgemeester en Wethouders. Bij brief van 12 oktober 1965 is de komuitbreiding reeds als vraag aan Gedeputeerde Staten voorge legd, bij schrijven van 19 jan.1966 heeft dit College haar bemerkingen op dit voorstel medege deeld en bij brief van 7 september 1966 he ;ft dit college een komomschrijving aan ons voorgesteld., waarop binnenkort moet worden geantwoord. Dit laatste voorstel houdt in een uitbreiding in de Groenstraat tot en met Garage Luiken als mede geheel plan Zuid. Uitbreidingsplannen worden niet in de bebouwde kom opgenomen totdat het plan is gerealiseerd, vandaar dat plan V/est ook thans geen kans van sla gen heeft. Het lid AARTS vraagt verder ter vergadering of de leden van de raad een exemplaar kunnen ontvangen van het Reglement van Orde van de Raad. De VOORZITTER zegt toe, dat bij de volgende ver gadering de nodige exemplaren worden uitgereikt. Vervolgens stelt het lid AARTS dat voorheen is gesproken over de mogelijkheid om de raadsnotulen op te laten nemen in de Gertrudisklok.Hij vraagt of hieromtrent nog een nadere studie heeft plaats gevonden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 318