-203-
250
225
220
200
190
175
170
160
150
1
1
5. Voorstel tot vaststelling van het De VOORZITTER wijst erop, dat als gevolg van de
estemmingsplan West. nieuwe wet op de Ruimtelijke Ordening de naam
uitbreidingsplan is vervangen door de naam be
stemmingsplan
Tegen dit ontwerp, wat gedurende een maand ter
visie heeft gelegen, zijn geen bezwaren inge
diend, zodat thans tot vaststelling kan wor
den overgegaan.
Voorstel tot vaststelling van een
voorbereidingsbesluitvoor een
edeelte van plan West.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het
voorstel (vaststelling van het bestemmings
plan West) besloten.
De VOORZITTER deelt mede, dat het thans aan de
orde zijnde voorstel in feite een herstel bete
kent van een fout, welke bij het voorbereidings
besluit West is gemaakt. De vaststelling van
het bestemmingsplan zal op korte termijn kun
nen gebeuren, zodat de eigenaars en bewoners
van dit gebied niet lang in het onzekere be
hoeven te blijven. Spreker deelt nog mede,
dat de Raadscommissie voor Uitbreidingsplan
nen tegen dit voorstel geen bezwaar heeft.
7. Voorstel tot verhoging van de
opcenten personele belasting met
ingang van het belastingjaar
1966/1967
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het
voorstel (vaststelling voorbereidingsbesluit
gedeelte plan West) besloten.
De VOORZITTER deelt mede, dat er van de zijde
van de raadscommissie Financiën en Personeels
zaken omtrent dit punt een tegenspel naar
voren is gekomen, en dat er met name in hun
advies wordt aangedrongen op een enquête
bij de omliggende gemeenten omtrent de daar
geheven gemeentelijke belastingen. De commissie
zegt wel overtuigd te zijn van de noodzaak tot
verhoging van de inkomsten, doch -en dit met
uitzondering van Wethouder van der Westen- dat
dit niet moet leiden tot verhoging van de toch
al hoge plaatselijke belastingen. Een der leder
acht het niet juist in verband met de leefbaar
heid in de gemeente de belastingen nog meer op
te schroeven. Spreker stelt hiertegenover de
met kunst- en vliegwerk sluitend gekregen
begroting 1966Verder deelt hij mede, dat
inmiddels een onderzoek heeft plaats gevonden
betreffende de belastingdruk op het gebied van
de personele belasting, en dat door het
centraal bureau voor de statistiek het volgen
de is medegedeeld:
Voor de jaren 1964/1965 werden in Nederland
geheven:
300 opcenten op de personele bel.in 1 gemeente
59
4
3
123
7
3
de overige