-322- Zo ook heeft men eerst contracten gemaakt en daar na gaat men de gemeente vragen om financiële hulp. Wat de heer VAN DE MOSSELAAR naar voren brengt is juist de omgekeerde wereld. Het lid VAN DE MOSSELAAR zegt, dat de feiten nu eenmaal zo liggen en dat we moeten trachten er een oplossing voor te vinden. Mevrouw VAN DONGEN stelt, dat tijdens de onder handelingen tussen Stichtingsbestuur en P.T.T. een en ander is besproken met het Hoofd der Kleu terschool. Deze zag er geen bezwaren in. Nu is er een nieuw Hoofd van de Kleuterschool en deze heefl" gesteld er een hek te willen hebben, misschien omdat er een keer een jongetje verdronken is, en zij alle veiligheidsnormen in acht wil nemen.De grond waarom het gaat, is eigendom van het Kerk bestuur, dus kon het Stichtingsbestuur daar P.T.T, auto's toelaten. Destijds heeft er op deze kadas trale scheiding ook een muur gestaan. Toen deze gevaar opleverde voor de kleuters heeft een der kapelaans voorgesteld de muur te verwijderen op dat de kleuters meer ruimte zouden hebben en an derzijds de kapelaan met zijn jeugdverenigingen tevens zou kunnen beschikken over dat stuk grond en de gehele verdere speelplaats der kleuters. Door het plaatsen van een muur gebeurt niets an ders dan het herstellen in de oude toestand. Bo vendien is de scheidingsmuur thans niet op de perceelsscheiding geplaatst, maar op het terrein van het jeugdhuis. Wethouder VAN DER WESTEN zegt, dat het er in feite om gaat, dat de feiten zonder meer worden gesteld en dat daarna de rekening aan de gemeen te wordt gepresenteerd. Het lid VAN GEEL zegt het volledig eens te zijn met de onderwijscommissie. Door deze aanvraag beginnen de kosten reeds te komen. De oplossing door de commissie voorgesteld, is de beste en de voordeligste De VOORZITTER zegt een teleurstelling te beluis teren uit het feit, dat dezelfde personen, die zowel het bestuur van de Kleuterschool vormen als het bestuur van het Meisjesjeugdhuisbij hun beslissing de belangen van de Kleuterschool uit het oog hebben verloren. Het lid VAN DE MOSSELAAR stelt, dat er toch achtei het Jeugdhuis een mooi stukje grond bij de speel plaats is gekomen. De VOORZITTER zegt te moeten betwijfelen of dit een mooi stukje is en of het bruikbaar is. In de mening van de commissie leest hij bovendien de verbazing, dat hetzelfde bestuur een stuk grond aan de andere kant van de Kleuterschool heeft verkocht en nu de fout tracht te herstellen als schoolbestuur door met name de kosten te laten betalen door derde. Het lid VAN DE MOSSELAAR vraagt of het gemeente bestuur dan niet tevoren op de hoogte was van het voornemen om het bewuste stuk grond te ver* kopen. De VOORZITTER antwoordt, dat de gemeente dit verv nam toen het te laat was.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 322