-328-
Notulen van het behandelde in de openbare verga-
dering van de raad der gemeente Prinsenbeek, ge
houden in hotel-café Aarts te Prinsenbeek op
dinsdag 20 december 1966.
Aanwezig de leden: M.C.v.d.Westen, A.J.C.Hurks
C.Th.v.DongenJ.A.Aarts, P.Biemans, A.J.Dikmans,
J.v.Geel, P .11 .J vd .MosselaarC.J. Roeien en A.
Wildhagen.
Afwezig met kennisgeving:het lid Mr.J.R.A.Jansen.
Voorzitter: P.J.A.Baetens.
Secretaris: P.P.A. van Hal.
1Opening en aanwijzing voorstem- De VOORZITTER opent de vergadering met gebed.
rcerTot voorstemmer wordt aangewezen het lid van GEEL.
2. Vaststelling van de notulen van de Naar aanleiding van de notulen van de vorige ver-
(vorige) vergadering van 13 novem^" gadering merkt het lid WILDHAGEN op, dat hij on-
ber 1966. der punt 6 (artikel 50 Kleuteronderwijswet) het
gezegde van de voorzitter mist, dat het Kerkbe
stuur bereid zou zijn de helft van de kosten van
het hekwerk te betalen.
De VOORZITTER bevestigt in de vergadering dit te
hebben gezegd op grond van de bepalingen van het
Burgelijk Wetboek, waardoor de eigenaars van na
burige erven elkander/ noodzaiken kosten als deze
elk voor de helft voor hun rekening te nemen.
De VOORZITTER zegt toe dat de notulen in deze zin
zullen worden aangevuld. kunnen
Het lid AARTS zegt naar aanleiding van de notulen
vooropgesteld dat het besprokene toch wel zeer
juist is weergegeven - twee opmerkingen te willen
plaatsen
1. omtrent hetzelfde punt (punt 6) staat vermeld,
dat het voorstel van de commissie verstrekken
der is dan het voorstel van burgemeester en
wethouders; spreker zou willen opmerken, dat
er in het geheel geen voorstel van burgemees
ter en wethouders is geweest;
De VOORZITTER antwoordt hierop, dat hij tijdens
de vergadering en zelfs dagen nadien de vaste
overtuiging was toegedaan, dat er wel een voor
stel van burgemeester en wethouders was; ach
teraf bezien bleek dit niet waar te zijn;spre-
ker zegt zelfs in een gesprek met de heir Pas
toor zijn verwondering te hebben uitgesproken
dat de wethouders tegen het voorstel van burge
meester en v/ethouders stemden; een beter be
wijs van zijn vaste overtuiging kan hij niet
geven
De VOORZITTER zegt zich op dit punt volslagen
te hebben vergist.
Blijkbaar is hij achter zijn eigen mening - een
weliswaar persoonlijke mening, waaraan hij
overigens thans nog volledig vast houdt - aan
gehold, nl. het feit, dat hij de aanvraag een
volkomen aanvaardbare zaak vond.
