-339-
18Voorstel tot herbenoeming van de
leden van de adviescommissie woon-
ruimtewet 19^7 voor het jaar 19&7'
19Voorstel tot het onttrekken van
het "Biezenstraat.je" aan het open
baar verkeer op 1 .januari 19^7
en het verlenen van de bestemming
van openbare weg aan de parallel
weg, gelegen aan de oostzi.jde van
de spoorlijn Breda-Lage Zwaluwe
per gelijke datum.
20. Voorstel tot aankoop van strook-
.jes grond aan de Mr.Bierensweg.
De VOORZITTER vraagt de raadsleden wederom of
stemming wordt verlangd. Aangezien geen tegen
kandidaten zijn vermeld stelt hij voor anders
eveneens de herkiesbare leden bij acclamatie te
herbenoemen.
Geen der leden heeft bezwaar tegen herbenoeming
bij acclamatie, zodat aldus opnieuw zijn be
noemd de Heren C.Boeren, G.Hermans, A.Joosen,
CA.Matthijssen en J.Verdaasdonk.
Het lid AARTS vraagt of deze parallelweg geen
naam moet hebben. Er zullen wel geen huizen
worden gebouwd, maar het gemaal zal toch een 1'
nummer krijgen.
De VOORZITTER stelt voor omtrent de naam het ad
vies te vragen van de archivaris, zodat in een
der volgende vergaderingen hieromtrent kan wor
den beslist.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming
aangenomen, terwijl eveneens akkoord wordt geT
gaan met het voorstel van de voorzitter (nader
voorstel omtrent de naam).
Naar aanleiding van dit voorstel zegt het lid
VAN DE MOSSELAAR, dat wordt voorgesteld een ge
lijk contract te maken voor alle betrokkenen.
Hij vraagt zich af of dit juist is. Naar zijn t|
mening ligt de moeilijkheid in het tijdstip van
uitvoering. ,j
De VOORZITTER antwoordt, dat burgemeester en
wethouders daarover niet lang denken; zij wil
len in gevallen als deze liever meteen tot ont
eigening overgaan. Van de betrokkenen zijn er
twee, die wel een akkoord willen over de prijs
maar niet over de schadevergoeding. Dit heeft
tot gevolg, dat straks de strijd opnieuw ont
brandt. Deze twee kunnen straks de hele zaak
tegenhouden. Dit kunnen burgemeester en wethou
ders niet accepteren.
Het lid VAN DE MOSSELAAR stelt, dat deze twee
zekerheid wensen ten aanzien van het tijdstip
van uitvoering.
De VOORZITTER antwoordt, dat deze zekerheid niet
is te geven. Bovendien ver?/even zij publiekrech- -
telijke verplichtingen in een privaatrechtelijke
overeenkomst. Met burgemeester en wethouders is
gemakkelijk overeenstemming te verkrijgen, wan
neer zij nu de schade willen afwerken. 4
Het lid VAN DE MOSSELAAR zegt, dat het meer een
vertrouwenskwestie is. In de besprekingen zijn
bepaalde toezeggingen gedaan.
De VOORZITTER vraagt of de anderen dan niet te
vertrouwen zijn.
Wethouder HURKS stelt, aan de Heer Hooft te heb
ben voorgesteld nu de schade te bepalen. Wanneer
dat bereikt wordt kan onmiddelijk worden herbe-
plant. In zijn voorstel wil hij de herbeplanting
eerst over drie jaren, maar wij kunnen in het
geheel niet garanderen dat we riolering en re
constructie over drie jaren kunnen verwezenlij
ken