-353-
Volgens de gedachte van de commissie had het
speelterrein intact kunnen blijven voor ont
spanning der kleuters, terwijl aan de oostzijde
de ingangXran het postkantoor had kunnen worden
aangebracht. Met een verhard pad, desnoods aan
gebracht op kosten van de gemeente, zou de zaak
zijn opgelost. In deze zin zou overleg nuttig
zijn geweest. Wat thans ervaren wordt, kan geen
overleg worden genoemd, al heeft men het aan
de gemeente gevraagd, en al heeft men met de
voorzitter van de raad gesproken, die langs een
omweg nog tot zondebok wordt gemaakt. iijdens
de vorige raadsvergadering lagen de onderhande*
lingen nog totaal open en had men kunnen komen
tot een oplossing, welke beide partijen had be
vredigd. Men heeft daaraan blijkbaar geen be
hoefte gehad. Verder was er de mening, dat de
op de speelplaats getrokken wiite lijn de schei
ding zou worden. Deze was getrokken op het ter
rein van het Maria Gorettihuis. Doch de andere
dag plaatste men een afrastering op verdere af
stand.
De VOORZITTER zegt wethouder van der Westen tot
de orde te moeten roepen, aangezien een en ande:
buiten het antwoord van de door de Heer Aarts
gestelde vraag om gaat. Men kan zonodig een in
terpellatie aanvragen, maar hij meent thans
niet verder te moeten gaan dah de beantwoording
van de vraag.
Het lid AARTS zegt met het antwoord wel vrede
te kunnen hebben, al blijft hij het jammer vin
den, dat in de laatste vergadering een en ander
niet nader is uiteengezet. Allen zullen het er
over eens zijn, dat het plaatsen van een afras
tering in de gegeven omstandigheden nodig was,
maar in deze vorm heeft het raadsbesluit geen
enkele betekenis, want tevoren was reeds op
dracht gegeven tot plaatsing van het aangevraag
de hek.
De VOORZITTER verklaart, dat het schoolbestuur
in zoverre fout is, dat over de wijze van uit
voering overleg met burgemeester en wethouders
had dienen plaats te vinden. Zij heeft alleen
een ruwe schets ter voorlopige kennisname bij
het verzoek gevoegd. Zij had verstandiger ge
daan om een sobere afrastering te plaatsen, zo
dat het gevaar althans voor de kleuters was ge
weken. Hiervan is ook uitgegaan tijdens het ge
sprek met de Heer Pastoor. Spreker zegt tenslot
te als gezagsdrager en als mers van mening te
zijn geweest, dat hier onmiddelijk moest wor
den gehandeld.
3.Het lid AARTS zegt nog speciaal onder het oog
van de wethouder van Openbare Werken te willen
brengen het ontbreken van verlichting aan de
Haverdijk. Het is daar donker en enigzins ge
vaarlijk. Hij vraagt of hieraan iets kan worden
gedaan of wat hiervan de oorzaak is.
Wethouder HURKS antwoordt, dat hij dit zal no
teren voor de bespreking met het hoofd van Open
bare Werken. Wel kan hij stellen, dat naarge
lang de voortschreiding van de bouw èe verlich
ting in phasen wordt aangebracht. Het is daar