schikt over een buitengymnastiektoestel van
groot formaat, het medegebruik heeft van
het gymnastieklokaal van de meisjesschool
en bovendien nog vrij zou kunnen beschikken
over het sportterrein.
Het lid JANSEN voegt er aan toe, dat boven- i
dien het Schoolbestuur thans filosofeert
over de toestand, zoals die over k jaar zal
zijn bereikt, maar waarvan niemand kan zegger
of het klopt. Wanneer de sporthal er is dan
zal zelfs, indien hun toekomstvisie realiteil
wordt, dit belang kunnen worden gediend en
volledig.
Het lid AARTS zegt, dat indien ook nu nog de
hand wordt uitgestoken voor overleg en het i
Schoolbestuur gaat als antwoord daarop in
beroep, dat' dan welbewust gezocht wordt naar
moeilijkheden en dat dan niet meer voorop
staat het mogelijke te doen om moeilijkheden,
uit te snijden.
Het lid HURKS geeft als zijn mening te kenner
dat de visie van de Heer Jansen dient te
worden gevolgd. We hebben het Schoolbestuur
een volledige kans gegeven. Die kans is - al!
was het kort dag - toch niet ten volle door
hen benut. Ais de gemeente in zijn antwoord
aan het Schoolbestuur duidelijk motiveert
waarom de medewerking niet kan worden ver
leend, en het Schoolbestuur gaat deze moti
vering na, dan zullen zij toch moeten beken
nen, dat wij in een moeilijke zaak het alge-'
meen belang hebben gediend.
De VOORZITTER zegt, dat hij nog aan mogelijk
heid tot uitweg zit te denken. Ais nu de
Raadscommissie voor Onderwijszaken eens kans
kreeg om de Raadsbeslissing door te spreken
met het Schoolbestuur. Aidus wordt vermeden,
dat twee besturen lijnrecht tegenover elkaar
komen te staan, en mogelijk dat langs deze
weg begrip voor ons standpunt wordt opge
bracht en beroep wordt voorkomen.
Het lid AARTS antwoordt hierop, dat als die
mogelijkheid er ligt, deze met twee handen
moet worden aangegrepen.
Wethouder VAN DER WESTEN vraagt hoe dit aan
bod wordt gedaan. Wordt dit schriftelijk
namens de Raad gedaan of zal de commissie
zich aanbieden.
Het lid AARTS zegt van mening te zijn, dat
in de brief aan het Schoolbestuur dient te
worden vermeld, dat zij in de gelegenheid
worden gesteld om een mondelinge toelichting
te krijgen van de commissie.