-276-
In de Raadscommissie voor uitbreidingsplannen
is naar aanleiding van deze huiver om het plan
te publiceren het volg nde voorgesteld:
- het ontwerp-uitbreidingsplan, zoals door
Breda opgemaakt, niet vast te stellen, doch
wel maatregelen nemen voor het gebied tussen
de hoogspanningskabel en de nieuwe invalsweg
ter bescherming van de Br dase plannen en te
gelijk maatregelen nemen tegen speculatie;
dit is mogelijk door dit gebied aan te duiden
tot "landelijk gebied zonder bebouwing" v/aar-
door
a. de agrariërs aldaar hun bedrijfsvoering
onbeperkt kunnen handhaven;
b. de bestaande bedrijven in beperkte mate
kunnen worden verbouwd en uitgebreid;
c. geen nieuwe bedrijfsvestigingen mogelijk
zijn;
- het gebied ten noorden van de hoogspannings
kabel de agrarische mogelijkheden vrij toe
te staan, zoals hot plan in hoofdzaken van
Prinsenbeek toelaat, zodat d«. bedrijfsvoering
aldaar nog 8 a 10 jaren kan worden voortge
zet
- het gebied ten zuiden van de invalsweg te la
ten voor wat het weer is geworden krachtens
raadsbesluit van 21 december 1965» derhalve
eveneens steunend/op het plan in hoofdzaken»
Voor het Noordelijk gebied behoeft deze maat
regel voor Breda geen bezwaar te zijn, omdat
Breda de bewoners mogelijkheden geeft tot uit-
koop op onteigeningsbasis.
Voor het middengedeelte zijn de belangen van
Breda beschermd op gelijke voet als bij vast
stelling van het bestemmingsplan. Bij aanvaar
ding van dit bestemmingsplan zal immers van de
zijde van de gemeente Breda achtereenvolgens
binnenkomen
- een verzoek om de onteigeningsprocedure voor
Breda te beginnen;
- een verzoek om de gronden bouwrijp te mogen
maken;
- een verzoek om daar te mogen laten bouwen.
Met als gevolg dat binnen niet al te lange
tijd daar een stadsdeel in ontwikkeling is
waarvoor Prinsenbeek geen enkele verantwoorde
lijkheid kan dragen, terwijl bij een uitblijver
van een studie van het Overlegorgaan omtrent
de Rith dit laatste gebied ook nog niet tot
Prinsenbeek behoort.
Dit voorstel van de commissie wordt onder
steund door Burgemeester en Wethouders.
Het voordeel van dit voorstel betekent verder,
dat het een prikkel zal zijn voor de gemeente
Breda om nog meer aan te dringen op het plan
van het Overlegorgaan, ofschoon van de andere
kant niet mag worden vergeten, dat Breda - zo
als Wethouder Vermeulen het heeft uitgedrukt -
zijn eigen weg zal gaan als het door niet-aan-
vaarding van het bestemmingsplan in moeilijk
heden zal geraken.