-10*4- Dat kan kort zijn, maar het is er in ieder geval tijdig. Wethouder van der Westen zegt, dat dit niet volgens de afspraak met de andere randgemeen ten is. De VOORZITTER antwoordt, dat hij het voorstel van de heer Aarts niet gek vindt. De nadere uitwerking kan volgen in een later te ver zenden brief. Deze brief kan de brief van de vier randgemeenten zijn. Omtrent de afspraak met de andere randgemeenten - zoals opge merkt door Wethouder van der Westen - is spreker van mening, dat de Raad een eigen standpunt kan bepalen. Het lid ROELEN vraagt nadere inlichtingen omtrent het structuurplan, dat bij de plano logen in studie is. Er zou door deze onaf hankelijke planoloog contact worden opgeno men met de planoloog van Breda om aldus tot een totaalplan te komen. Hoever zijn de randgemeenten daarmede gevorderd? De VOORZITTER antwoordt, dat Breda niet wil medewerken, en dat o.a. Prof.van Pol op grond van het te verwachten gemis aan samenwerking met Breda de opdracht niet heeft aanvaard. Zelfs Ir.van Dael durft het niet aan. Uit eindelijk hebben zij hun naam te verliezen. Een en ander wordt nog beklemtoond door de weigering van Breda tot verdere samenwerking. Het lid ROELEN veronderstelt, dat er dan van hogerhand een structuurplan zal komen. Hij acht dan de situatie voor de randgemeenten zeer penibel, omdat er geen plan komt zoals we ons dat hadden voorgesteld. De VOORZITTER is van mening, dat het Gedepu teerde Staten niet kwalijk te nemen is, dat zij het heft in handen hebben genomen. Twee van de randgemeenten weigerden medewerking. Volgens de bilaterale overeenkomst tussen Prinsenbeek en Breda zou uiterlijk maart 1969 met de bouw van woningen in de Haagsche Beemden moeten worden begonnen. Hu echter heeft Breda zwart op wit verklaard, dat zij nog voor 89OO woningen ruimte heeft op eigen grondgebied. x'oen onzerzijds werd gevraagd ofl dit alle uitbreidingsplannen betrof, kregen we geen antwoord. 1oen door ons werd gevraagd om een kaart, waarop deze 89OO woningen stonden geprojecteerd, werd er van de zijde van Breda gevraagd of wij soms in hun keuken wilden kijken. Het lid ROELEN stelt, dat er dan iets niet klopt aangaande het met Breda gehouden in formeel overleg. Tijdens het informeel over leg werd ook gevraagd naar de aanwezigheid van Bredase uitbreidingsplannen, doch deze werden als te verwaarlozen bestempeld. Dan heeft - aldus spreker - zo1n overleg toch weinig waarde. De VOORZITTER is in dit verband van mening, dat hoe dan ook Prinsenbeek zal moeten mee- g helpen aan het volbouwen van de Haagsche Beemden. Het is niet vol te houden daar niets

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1967 | | pagina 104