-108- Na onderlinge discussie over dit probleem vraagt het lid JANSEN wat in feite de draag- weidte van dit voorstel is. Hij acht het ergens overbodig dat - eventueel na pogingen van de zijde van Prinsenbeek om alsnog tot minnelijke schikking te komen - dan ook nog Prinsenbeek/ten behoeve van Breda zou gaan aankopen. En wat is het gevolg dan: voor dezelfde prijs de gronden overdragen aan Breda? de gronden Wethouder van der WESTEN voegt hierbij, dat destijds in het informeel overleg door wet houder Vermeulen van Breda is gesteld, dat een en ander nog nader moest geregeld worden, met name de verwerving, de legeskosten, de overdracht van gronden enz. Dit moet zijn beslag ook nog krijgen. Het lid AARTS is van mening, dat door aan koop door Prinsenbeek er toch gelden van Prinsenbeek worden vastgelegd in gronden, die in wezen onrendabel zijn. In het bijzon der geldt dit voor gronden, die - zoals door de heer Roeien reeds omschreven - slechts voor een deel voor de industrie zijn be stemd; het resterende deel is dan onrendabel, ■"ovendien kan Breda niet kopen, omdat men er niet zo ruim in zit. Moet Prinsenbeek het dan wel doen? De VOORZITTER antwoordt, dat uiteindelijk de rechter zal nagaan - en dit naar aanlei ding van het bezwaar van de heer Roeien - of en hoe er pogingen tot willige verkoop zijn gedaan. Gaat een en ander door Prinsen beek geschieden, dan ziet spreker wel moeilijk heden op het punt van de personeelsvoorzie ning. De vraag van de heer Jansen betreffen de aankoop van de gronden en overdracht aan Breda ziet spreker opgelost door b.v. het stichten van een Gemeenschappelijk Grondbe drijf. ^ij afwikkeling kan dan het nodige naar de gemeente Breda overgaan en het res tant naar Prinsenbeek. Overigens moet hij vaststellen, dat binnen een jaar na de uit spraak over de onteigeningen de som moet zijn betaald, anders vervalt de onteigening. Het lid AARTS zegt meer te voelen voor ont eigening ten name van Breda. Zijn vraag is nog of Breda, na pogingen door Prinsenbeek, alles ook wel zal overnemen, waarbij hij weer met name denkt aan de afgesneden perce len Het lid ROELEN haakt hierop in door te stel len, dat de onteigening niet verder gaat dan het gebied waarvoor nu het voorstel op tafel ligt. Wethouder van der WESTEN zegt hierin voor alsnog geen directe moeilijkheid te zien. ^ogelijk wil men niet eens de totale eigen dom van de hand doen, maar een stuk vast houden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1967 | | pagina 108