-119-
beroep willen gaan, terwijl de maatschappe
lijk werkster, die toegezegd had langs te
zullen komen en waarop deze mensen zaten te
wachten,niet kwam en ook nooit meer gekomen
is. Om de zaak zonder bezwaarschrift moge
lijk in der minne te schikken is de heer
van üeel gaan vragen of de maatschappelijk
werkster misschien even bij die mensen langs
kon gaan om het aldus op te lossen, ^at is
toegezegd, maar niet uitgevoerd. Is dat op
drachten verstrekken, zoals gesuggereerd
wordt, of is dat proberen op vredelievende
wijze een en ander in orde te brengen? En
dan niet "nota bene" een lid van de bijstancÈ
commissie, maar juist een lid. Deze leden
zitten er toch voor de mensen en niet er
tegenover. De bewering, dat er tendentieuze
brieven gestuurd zouden zijn, wil ik afdoen
met de opmerking, dat ik de afschriften bij
me heb en ieder daar straks inzage van kan
krijgen, die daar behoefte aan heeft. Bo
vendien heeft het mij hogelijk verbaasd, dat
als je beroep aantekent bij de Bijstandswet
er een verbolgen brief ligt van het Paro
chieel Sociaal Charitatief Centrum. Het Pa
rochieel Centrum is nimmer iets gevraagd.
Het is wel een frappant voorbeeld van inte
gratie tussen kerk en wereld. En last, but
not least, degene, die deze aantijgingen
aan vooral toch wel mijn adres menen te heb
ben moeten neerschrijven, weten mij te wonen,
maar hebben nooit met een enkel woord tegen
over mij hierover gerept. Als dit eens was
uitgepraat, had ik nooit deze onprettige
normen aangenomen en had dit niet openbaar
behandeld hoeven worden. Als het er om gaat
de kroon van iemands hoofd te steken, zou
ik in overweging willen geven eens een medi
tatie aan het woord charitas te wijden. Ik
hoop, dat hiermede onze handelwijze is ge
rehabiliteerd, hoewel een gevoel van teleur
stelling mij niet kan ontgaan. Dank U."
Wethouder van der WESTEN - hierop inhakend -
stelt, dat naar zijn mening de kern van de
zaak min of meer omzeild wordt. Het chari
tatief Centrum heeft een brief geschreven,
dus zijn zij bevoegd het aldus te stellen.
De zaak ligt echter zo*, er is van bepaalde
zijde een verzoek gekomen voor bijstand,
dit verzoek is in behandeling genomen, doch
is om redenen afgewezen, althans niet vol
ledig ingewilligd. Door de betrokken bevoeg
de ambtenaar is met deze mensen contact op
genomen en er is met hen een overeenkomst
aangegaan, waarmede deze mensen volledig
akkoord waren. Toen is de maatschappelijk
werkster gekomen - en dit is het kernpunt -
en hebben zij haar verteld, dat zij volledig
akkoord waren met de genomen beslissing. Na
dien zijn zij met een bezwaarschrift gekomen
waarin stond vermeld, dat de maatschappelijk
werkster had beloofd langs te komen om een
bezwaarschrift op te maken en niet gekomen
was