-122- p) Koninklijke goedkeuring op het besluit tot wijziging van de verordening op de heffing en invordering van keurlonen; q) schrijven van de heer P.van Valen te Zwijndrecht inzake onderhoudstoestand Heikantsestraat r) mededeling van de Bank voor Nederlandse Gemeenten inzake het in deposito nemen van 100.000,-- van 1 december 19&7 tot 1 maart 1968 tegen een rentevergoe ding van 5% per jaar; s) oorspronkelijke begroting openbare wer ken inzake riolering Peperbos. Het lid van GEEL zegt, dat deze begroting een slechte richtlijn is, daar dit bedrag in geen vergelijking staat tot het bedrag, waarvoor is gegund. Wethouder HURKS licht toe, dat de begroting het gehele Peperbos betreft, nl. over een lengte van 380 meter. Het herstel had betrek king op een kortere lengte. Het lid van de MOSSELAAR zegt, dat in de vorige vergadering en ook in de commissie gevraagd is naar de werkelijke begroting van het herstelde deel en niet naar de to tale begroting. Wethouder van der WESTEN antwoordt, dat er geen totale begroting voor het herstel is geweest, omdat uit de eenheidsprijzen van de totale begroting voor herstel de prijs voor het werkelijk te herstellen deel kon worden opgemaakt. Leze totaalbegroting is van maart 1966, maar toen is men niet aan herstel begonnen. Het lid JANSEN informeert of de weg nu goed is De VOORZITTER antwoordt, dat de weg heden middag is opgeleverd en dat men stellig verwacht, dat er niets meer gaat gebeuren, ïn het voorjaar zal Peperbos in verband met dit herstel geheel herstraat worden, t) Afschrift van het telegram aan de G0mmis- saris van de Koningin inzake vroegtij dige perspublicaties agglomeratie Breda met de brief, waarnaar in dit telegram wordt verwezen; Het lid JANSEN zegt uit de pers te hebben begrepen, dat geen der betrokken gemeente besturen enig antwoord heeft ontvangen. Hij veronderstelt, dat op dit moment ook Prinsenbeek geen antwoord ontving. Mis schien kan in een simpel briefje nog eens worden gevraagd "hoe het er nu eigenlijk mee zit". De VOORZITTER antwoordt, dat noch op het telegram, noch op de gezamenlijke brief van de vier randgemeenten een antwoord is gegeven. ij-ij ziet dit als een zeer onhof felijke handeling van een College, dat be last is met het toezicht op de gemeentebe sturen, riij acht het zeer bedroevend als dit model moet staan voor het gedrag in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1967 | | pagina 122