123-
het openbaar leven tussen burgers en andere
overheidslichamen. Al met al is op de vraag
van de Raad geen antwoord ingekomen aan de
Raad. Zelfs een mededeling "de zaak is nog
in studie" is niet gekomen.
Het lid JANSEN stelt, dat in de Provinciale
Staten wel een antwoord is gegeven,nl. het
antwoord, dat zij niet bereid zijn antwoord
te geven.
Het lid AARTS zegt, dat de fatsoensnormen
toch wel overtreden zijn.
Het lid van de MOSSELAAR is van mening, dat
de fatsoensnormen reeds waren overtreden.
Het lid JANSEN stelt voor het onderhoud met
de vier Burgemeesters te bespoedigen om al
dus in gezamenlijk overleg stappen te onder
nemen. Een individuele informatie biedt geen
kans. ^ogelijk zal het er van komen, dat men
naar Den Haag moet gaan.
De VOORZITTER zegt zich te kunnen voorstel
len, dat geen direct antwoord kan worden ge
geven, doch door het weglaten van elke in
formatie worden de normen der ethiek zelfs
niet gehanteerd. Ook Dreda heeft geen ant
woord gekregen. Waarschijnlijk zal dit punt
aan de orde komen bij de eerstvolgende bij
eenkomst van Breda met randgemeenten. Spre
ker zegt toe de Raad zoveel mogelijk te in
formeren, zo mogelijk in de volgende verga
dering.
u) schrijven van het bestuur van de Tennis
vereniging ter plaatse aan üurgemeester
en wethouders;
het lid JANSEN vraagt of ten aanzien van dez
brief er zo mogelijk voor het nieuwe seizoen
een oplossing kan worden gevonden.
De VOORZITTER antwoordt, dat - en dit mede
naar aanleiding van het gestelde in het rap
port van Raadscommissie Financien - de zaak
bij ons in behandeling is en dat op korte
termijn de nodige voorstellen zullen worden
ingediend. Hierbij zal ook de sportaccomo-
datie aan de Heikantsestraat zijn betrokken.
Hij zegt toe met een afgerond voorstel te
komen in de januari-vergadering
v) mededeling van Burgemeester en wethouders
inzake uitvoering reconstructie Mr.Bie-
rensweg
het lid van GEEL vraagt op welke gronden de
reconstructie nu is afgewimpeld. Zo nodig
kan op korte termijn alleen de riolering
worden aangelegd.
Het lid van de MOSSELAAR ziet een mogelijk
heid in het vaststellen van de waardevermin
dering van het pand Lemmens door deskundigen
indien althans van waardevermindering sprake
is. Elk der partijen kan dan een deskundige
benoemen, en zo dezen niet tot overeenstem
ming komen, dan gezamenlijke benoeming van
een derde deskundige.
Wethouder HURKS stelt, dat dan alle panden
op waardevermindering moeten worden ge
toetst